Het welbewuste wegkijken vs de jihad

(gepubliceerd in Trouw 29 maart 2013)

Het scheelde bar weinig, maar in de Juni-oorlog van 1967 tussen Arabische landen en Israel had ik een oom die zich vrijwillig wilde aansluiten bij een buitenlands leger en bijna trok hij – zonder een gram oorlogservaring – ten strijde. Hij was lang niet de enige en er zal geen protest (behalve van de familie) hebben geklonken, want hij wilde uiteraard vechten aan de zijde van Israel. Honderden Nederlandse (niet-joodse) jongeren hebben zich ook rond 2000 aangemeld bij het Israelische leger, toen deze optrok tegen de Palestijnen. Ook daarover viel de politiek niet. Vechten voor een ander land of volk is van alle tijden. Dreigen met intrekken van paspoorten is nieuw. Anno 2013 hebben we het over jongeren die zich mogelijk willen aansluiten bij terroristische groeperingen in Syrie. De Nederlandse politiek en veiligheidsdienst maken zich vooral zorgen om de gevolgen voor eigen hachie, voor aanslagen: wat als deze jongens terugkeren, gebrainwashed en geradicaliseerd? Het Nederlandse antwoord daarop, VVD minister Opsteltens dreigen met intrekken van paspoorten en PvdA kamerlid Marcouch’s preventieplan om ‘het radicaliseringsproces’, gaat natuurlijk niet werken.

In de verontwaardiging die is ontstaan omdat jongens zich extremisten hebben ingelaten en zich aansluiten bij een strijd die niet de Hollandse is, wordt wel gemakshalve vergeten wat de beweegredenen zijn. Wijzelf worden liever niet herinnerd aan het feit dat we toekijken hoe zich een massamoord onder burgers voltrekt in Syrie. Premier Rutte noemt steun aan de rebellen riskant en vindt de oppositie te versplinterd. Samen met Duitsland zijn we wars van het sturen van wapens aan de rebellen. ‘Vooralsnog ben ik van oordeel dat er goede gronden zijn het huidige wapenembargo te handhaven’, verklaarde minister van buitenlandse zaken Timmermans.

Maar Engeland en Frankrijk willen wel een wapenembargo en tegelijkertijd dringt Rutte aan op ‘een gemeenschappelijk EU-standpunt’ in de kwestie Syrie. Daarmee draagt ons land bij aan een patstelling in EU verband. Voor ons is de kous daarmee af, terwijl in andere EU-landen wel degelijk wordt nagedacht over alternatieven: bewapening van de rebellen, steun aan de oppositie, no-fly zone, verdergaande boycot van de dynastie Assad.

Het welzijn van de Syrische burgers lijkt in de politiek van links tot recht geen rol te spelen. In dit vacuum springen allerlei particuliere initiatieven. Op facebook en twitter was Syrie al een issue, maar nu dragen mensen zelf ook hulpprojecten aan, voornamelijk medische en uit islamitische hoek. In de naam van Allah kun je via Ideal doneren ‘om onze broeders en zusters te helpen’. Hoewel we de achtergrond van de Nederlandse jihadi’s nog niet goed kennen, kan ik me voorstellen dat religieuze motieven en het gevoel van onrecht dat het Syrische volk wordt aangedaan, leiden tot actieve steun aan de Syrische bevolking.

Het gebrek aan compassie en moraal van ons land heeft mij ook onthutst. Syrie stoomt af op 100.000 burgerslachtoffers en wij vinden dat we er goed aan doen om niets te doen. En ik hoor geen twijfels over het huidige beleid. Waarom kunnen we niet meedenken aan een oplossing, in plaats van weg te kijken hoe een dictator zijn land en volk vernietigt? Waarom zouden we geen bijdrage leveren in VN-Navo- of Europees verband zoals Engeland en Frankrijk? Waarom kan Timmermans zich daar niet duidelijker manifesteren? Meer humanitaire hulp schenken? Onze plaats bepalen rond steun aan de rebellen in plaats van het sturen van wat nachtkijkers en laptops? We kunnen veel meer dan we tot nu toe deden. Al was het alleen al door duidelijk te maken dat het leed van het Syrische volk ons aangaat. Met de onverschilligheid van de Nederlandse politiek zorgen we ervoor dat mensen het recht in eigen land nemen.

Mijn oom trok uiteindelijk niet ten strijde. De oorlog duurde toen maar zes dagen. Maar zijn motivatie was duidelijk: hij kon niet machteloos toekijken hoe een volk afgeslacht zou worden. Er moet toch een middenweg te vinden zijn tussen welbewust wegkijken en fundamentalistisch islamitisch hals over kop de oorlog induiken. Dat zou meehelpen ‘het radicaliseringsproces’ te keren in plaats van op de hoek van de moskee te posten en aan symptoombestrijding te doen.