1 euro per jaar voor het Tropenmuseum


Als er een plek is waar de polder en de oost zo tastbaar samenkomen, is het wel in het Tropenmuseum. Voor mijn onderzoek over Nederlands-Indie kwam ik er, al was het alleen al omdat je hier het verleden kan horen, zien en proeven. En laten we wel zijn, zelfs mensen die ‘niets hebben, zeg maar’ met het verleden, of de derde wereld, zullen zodra ze een voet in het museum zetten, knock-out worden geslagen door de voormalige koloniale grandeur die nog steeds afspat van de marmeren trappen, de pilaren en de hoge gewelven.

De oplossingen om het Koninklijk Instituut voor de Tropen de redden, zijn wat mij betreft al voorhanden.

Laat iedere Nederlandse staatsburger jaarlijks een euro inleggen. Dat mogen we wel van hem/haar vragen juist omdat hij/zij groot is geworden dankzij de kolonien. Wederom schrijf ik hier dat het zo van belang is ons te blijven herinneren waar en ten koste waarvan we ons zoveel welvaart konden permitteren, eeuwenlang. Dit is een monument van ons koloniale verleden. Vooral ter markering en lering, want we hebben alleen al bijna 350 jaar van Indonesie geprofiteerd. Die rijkdom is direct terug te vinden in het museum.
Een monument, niet zozeer ter trots, zoals in het verleden. Het doel was toen bij oprichting in 1864: ‘grondstoffen, natuurvoortbrengselen en volksvlijt uit de Nederlandsche overzeesche bezittingen’ te tonen. Het heette Koloniaal Museum, pas later verhuisde het naar het majestueuze gebouw in Amsterdam.
Een beetje nederigheid zou ons wel passen. Ieder een euro, zeg ik, dan heb je zo 17 miljoen in da pocket.


En mocht dat echt niet lukken, dan heb ik nog wel wat ideetjes:

Hevel het hele instituut KIT over van Ontwikkelingssamenwerking naar OCenW of Binnenlandse Zaken. Staatssecretaris Knapen heeft natuurlijk wel gelijk als hij zegt dat het budget van het museum wel erg in dat van ontwikkelingssamenwerking hapt. Het hoort meer bij ons cultureel erfgoed. Bovendien had het museum voor de oorlog relaties met het ministerie van Kolonien dat na de dekolonisatie werd omgedoopt tot Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen (1945), daarna Ministerie voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen (1951), daarna Ministerie van Overzeese Rijksdelen (1953) en tenslotte Ministerie van Zaken Overzee (1957), voordat het verkleind werd en in 1959 ophield te bestaan. Uiteindelijk werden in 1998 de restanten van het ministerie opgenomen in het toen opgerichte Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voila. Dus het Ministerie van Binnenlandse Zaken vind ik ook een goede mede verantwoordelijke.

Mede verantwoordelijk. Want het Tropenmuseum, dat zijn wij allen. Maar geen enkele Neerlandse regering mag zomaar de handen in de lucht gooien en het Tropenmuseum de grond in laten zakken. Doe iets.