7 miljard buren

(gepubliceerd in De Kanttekening)
Zeven jaar heb ik het voorrecht genoten deel uit te maken van een moslimgemeenschap in het Midden-Oosten. Toen ik terugkeerde in 2002 in mijn moederland, viel me op dat de trotse tolerantie had plaatsgemaakt voor korte lontjes, dat het ok was om ongegeneerd met je rijkdom en competenties te pronken, dat religie zo 2.0 was geworden en dat het moralistische vingertje niet meer wuifde.

Als in een decennium tijd onze waarden zo kunnen veranderen, waarom menen we nu bij een confrontatie met moslims dat we de waarheid in pacht hebben en onze maatschappelijke waarden beter zijn dan die van hen? Nederland beroept zich dezer dagen op haar hoogwaardige waarden, maar er is er maar 1 waarover we het allemaal eens zijn en dat is de vrijheid van meningsuiting. Maar zelfs die is voor veel uitleg vatbaar. En beschaafd? Als het recht op vuurwerk afsteken groter lijkt te zijn dan het belang van het uitgeputte zorgpersoneel dat vecht om alle Nederlanders de noodzakelijke zorg te kunnen bieden?

Nog voordat het wereldwijde web ons verstrikte, schreef de joodse historicus Ernst Gombrich (1909-2001) in zijn beroemde ‘Een kleine geschiedenis van de wereld’: ‘Voor de mengeling van de volkeren die onze aarde bewonen, zal het steeds belangrijker worden dat we elkaar respecteren en tolereren, alleen al omdat we door de technische vooruitgang steeds dichter op elkaar worden gedrukt.’ Hij had niet kunnen voorzien dat de wereld nu nog kleiner is en we zelfs allemaal buren zijn geworden: in theorie kunnen we zelfs 7 miljard vrienden hebben.

Maar als het westen zo vrijzinnig is, wat tolereren we nou precies en vooral van wie? Is een moord om een religieuze reden erger dan het doodslaan van een man van 74 midden op straat door baldadige jongens? Is het vreselijker dat moslims hun sandalen afvegen aan een portret van een gekozen president, dan als burgers hun eigen volksvertegenwoordigers voor klootzak uitmaken bij het parlement dat 7 miljoen mensen kozen? Is het erger dat een imam roept om abortus en homoseksualiteit te verbieden, dan dat in de VS wettelijk aan het recht van de vrouw op abortus wordt gemorreld? Is het minder erg dat een westerse coalitie 100.000 burgers in Irak bombardeert om er de democratie te brengen, dan dat er moorden op cartoontekenaars worden gepleegd uit naam van de islam? Is de overtuigde dierenactivist die een controversiële volksvertegenwoordiger doodschiet, erger dan Mohammed B. die een kunstenaar met een uitgesproken mening spiest? Zegt u het maar.

Afhankelijk van je overtuiging, reken je de vergrijpen van de mensen die er volgens jou uitzien als jezelf, minder aan dan die van de partij in wie je je niet herkent. Het zou in deze discussie helpen als die balk in het westers oog wordt gespot. En ingezien dat de fouten van andere individuen niet meteen die zijn van een hele groep, omdat Nederland daar niet goed mee bekend is. Dat is dus stereotypering. En we weten dat die gevaarlijk kan worden.

Moslims zijn ook vaak westers. Zelfs hier uit de Nederlandse klei gestampt.

Mensen die moorden plegen uit naam van een godsdienst of wat voor motieven ook, zijn criminelen. Zij dienen gestraft te worden voor de wet. Maar de tijd van collectieve straffen is voorbij. De tijd van de kruisvaarders is voorbij. De terreur van islamfascisme van IS ook. Angst voor een vijfde colonne is onnodig: de overgrote moslimmeerderheid gruwt van deze moorden. Als gewelddadigheid en islam samenvallen, waarom zien we dan geen 1.1 miljard moslims niet-moslims aanvallen? Een fanatiek vegetarische moordenaar maakt toch ook niet alle vegetariërs bloeddorstig?

Generaliseer niet over moslims, maar isoleer de misdadigers en omarm de rest. Zij zijn burgers. Nee, zij zijn broeders. Er bestaat geen westerse monocultuur. Deze heeft nooit bestaan. Joden, hugenoten, katholieken, vluchtelingen, kapitalisten, humanisten, moslims kookten samen een heerlijke soep. Daarom heeft niemand er patent op, want er verschijnt telkens een nieuwe receptuur.

Bovendien, aan welke westerse levenshouding moet iedereen zich aanpassen? De vrijheid om een broodje van Kootje te kopen? De vrijheid van meningsuiting is geen deugd, maar een afspraak. De oorsprong ervan in onze grondwet is een recht tegen de controlerende overheid en tegen censuur. Je mag dat recht niet als een elastiekje uitrekken zover je wilt, want het is niet absoluut. Wat een arrogantie als ik jouw kwetsingen leuk moet vinden. Er staat niet: je mag roepen wat je denkt. Beledigen als standaard is een pervertering van de democratie.

Sterker nog, strafbaar zijn:
’Openbare beledigende uitlatingen – mondeling of schriftelijk – over groepen mensen vanwege hun ras, godsdienst of levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap.’ Zonder verantwoordelijkheid geen vrijheid. Dit doelt op het beschermen van minderheden in de democratie, opdat zij niet het altijd gepeste kind op het schoolplein worden. Daarbij zijn moslims al een groep die hard wordt getroffen door discriminatie op de arbeids- en woningmarkt. Vrijheid van belediging staat niet in de wet. Als die bestaat eis ik het recht op kwetsbaarheid op.

Maar vooral, willen we een samenleving waarin beledigen gewoon is? Zet broederschap tegenover belediging. De grote man van het humanisme was de joods Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig die in zijn boek de Wereld van gisteren, uit 1941 schreef:
‘Het idee van samenleven van verschillende volkeren in dezelfde ruimte, zonder vijandigheid, deze wijze grondregel dat je door wederzijds respect en door oprecht nagestreefde democratie verschillen van taal en herkomst kon verheffen tot broederlijkheid – wat een voorbeeld was dat voor het hele chaotische Europa van ons!’