Amsterdam: haal Palestijns-Israelische conflict dan ook niet zelf binnen

(Samen met Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid, gepubliceerd in het Parool 14 oktober 2015)

Andermaal is Amsterdam op afstand terecht gekomen in de vlottende dynamiek van het Israëlisch-Palestijns conflict. Onderzoek naar een stedenband Amsterdam Tel Aviv en Amsterdam Ramallah werd medio 2014 opgeschort door wat in het ambtelijk jargon van het Amsterdamse stadhuis ‘de schermutselingen’ rond Gaza genoemd werd. Nu, najaar 2015 is het Palestijns-Israëlische conflict wederom geëscaleerd door Palestijnse steekpartijen, buitengerechtelijke straatexecuties door het Israëlische leger en politie, en door aanvallen van joodse kolonisten op Palestijnse burgers.

Tegen dit decor buigt de Commissie Algemene Zaken van de Amsterdamse gemeenteraad zich deze week naar verwachting opnieuw over samenwerkingsafspraken met Tel Aviv en Ramallah. De relatie tussen Palestijnen en Israëli’s laat zien hoe riskant een dergelijk voornemen is, dat ons wordt voorgehouden als evenwichtig, neutraal en a-politiek, terwijl het zwaartepunt ligt bij de samenwerking met de bezetter in Tel Aviv. Daar is overigens ook de zwaarste delegatie naar toe is gegaan, met ex-minister en ex-Eurocommissaris Neelie Kroes en minister Henk Kamp.

Wat beweegt onze hoofdstad om de samenwerking met Tel Aviv te zoeken? Wat hebben wij daar te winnen, commercieel, materieel, ideëel, of moreel, dat samenwerken rechtvaardigt met de bezetter van Palestina, die het Palestijnse volk met harde hand in knechtschap, armoede en bewegingsonvrijheid houdt?

Sommige fracties rechtvaardigen de samenwerking met Amsterdam door een onderscheid te maken tussen de stad Tel Aviv en het land Israël. Tel Aviv wordt voorgesteld als extraterritoriaal gebied, een aparte stadsstaat, die toevallig aan Israël grenst. Samenwerken doen we daarom slechts met de stad, niet met het land, zeggen zij, en samenwerken houdt zeker niet in: goedkeuring van nationaal Israëlische beleid. Maar voor de Israëlische PR is Tel Aviv juist bij uitstek het uithangbord van Israël zoals het dat wil presenteren, hip, progressief, gezellig en erg vreedzaam.

Alsof de bewoners van Tel Aviv geen Hebreeuws spreken, geen Israëlische kranten lezen, niet naar de Israëlische radio luisteren of de Israëlische tv kijken, en geen dienst doen in de bezette gebieden. Alsof de kolonisten niet over de by-pass wegen rijden uit hun illegale nederzettingen om te werken in Tel Aviv. Alsof daar geen nationale instellingen staan, zoals het ministerie van defensie. Alsof de gemeenteraad van Tel Aviv Yafo niet uit gewone, overwegend het zionisme toegedane Israëli’s bestaat. Alsof Tel Aviv en Yafo ook losgezongen zijn van de Israëlische geschiedenis en er nooit Palestijnen hebben gewoond, of vandaar verdreven zijn.

Israël hecht nationaal belang aan de stedelijke samenwerking; niet voor niets was de Israëlische ambassadeur ten nauwste en van meet af bij de plannenmakerij betrokken. En niet voor niets hebben nog drie Nederlandse steden een uitnodiging op zak in Israël langs te komen: Rotterdam, Eindhoven en Enschede.

Samenwerking tussen Amsterdam en Tel Aviv heeft daarom uiterst politieke dimensies. Het is gebaseerd op een zeer vertekend beeld van waar Tel Aviv voor staat en zal opgevat worden, als een aanmoediging voor en een premie op de nationalistisch/chauvinistische koers die Israël als geheel vaart.

De gemeenteraad van Ramallah heeft een eerdere opzet voor een tripartite relatie Amsterdam-Tel Aviv-Ramallah naar de vuilnisbak verwezen. Dat Amsterdam Ramallah tot Palestijnse hoofdstad bombardeert, betekent niet dat dat zo is. Palestijnen houden uiteraard vast aan Oost-Jeruzalem. De nu voorgenomen samenwerking bevoordeelt de Israëlische kant, wat ook consequenties heeft voor in Nederland wonende Palestijnen en degenen die met hun positie sympathiseren.

In het bevorderen van de erkenning van de individuele en collectieve rechten van de Palestijnse bevolking ligt de ware opgave en niet in het aanhalen van banden met een stadsbestuur dat zich niet kan onttrekken aan het nationale beleid, als het dat al zou willen; niet in het steunen van projecten en bedrijven die van overheidswege of via de markt gestalte moeten krijgen. Het is een gotspe, Israël is geen ontwikkelingsland, Tel Aviv geen stad die niet voor zichzelf kan zorgen.

Voor de dames en heren gemeenteraadsleden is dit een slangenkuil, zo niet een beerput waar zij niet in moeten willen roeren, al was het alleen al omdat zij ongewild en onbedoeld verplichtingen aangaan waarvan de gevolgen niet zijn te overzien.

Mochten wij, gematigde vertegenwoordigers van beide kemphanen daar, u niet kunnen overtuigen, dan willen wij nog graag herinneren aan wat prominente politici, van Lodewijk Asscher tot Eberhard van der Laan, verklaarden over het Midden-Oosten conflict, bijvoorbeeld tijdens de spanningen in Nederland tijdens de Gaza oorlog, zomer 2014: ‘die conflicten mogen niet overslaan naar onze straten’. Het kabinet liet het de Koning in de troonrede herhalen.
Wij zouden daar aan willen toevoegen: haal die spanningen dan ook niet zelf hierheen.