Begraaf die discussie over vrijheid van meningsuiting

Laten we de discussie over de vrijheid van meningsuiting en het al dan niet kwetsen en beledigen, gezamenlijk ten grave dragen. De grens tussen haatzaaien en beledigen is zo poreus dat iedereen er zijn weg doorheen weet te vinden. Al 2 decennia wordt de discussie gevoerd en is verworden van een naald in dezelfde groef naar een oorlog in de loopgraven. Binnenkort sterft niet de discussie, maar het burgerschap zelf onder het geweld van meningsverschillen over rekkelijke en precieze interpretaties. Dat is, als de eveneens steeds verhitter wordende planeet het niet eerder begeeft.

In 2021 is het 20 jaar geleden dat een moslim terreuraanslag de Twin Towers neerhaalde, die ik meemaakte in een Arabisch land. Sindsdien zijn beide partijen zich slachtoffer gaan voelen van onderdrukkingsmechanismen van de ander. Maar zelf nooit de dader. Zelfkritiek is steeds verder weg. Mensen uit de moslimgemeenschap waarin ik lang woonde vertelden het me keer op keer: Hebben wij geen recht op een menswaardig bestaan, zonder oorlog, in vrijheid en met een tenminste basale staat van welvaart, net als de anderen? En mijn westerse vrienden menen dat hun trotse democratische verworvenheden waar zij hun identiteit aan ophangen, worden ondermijnd.

Beide kampen dwepen met hun angst, zwelgen erin. Daaraan toegeven is makkelijker dan je er met je verstand tegen te wapenen. Een van de Amerikaanse grootste hedendaagse schrijfsters, Marilynne Robinson, waarschuwt in haar boek ‘De gegevenheid der dingen’: ‘Onze grootste bron van veiligheid is elkaar op waarde te schatten, en ons over te geven aan angst en minachting is onze grootste fout’.

Kamala Harris had het in haar speech over het genieten van de ‘joy of democracy’. In het westen wordt de democratische discussie in de afgelopen decennia hemeltergend lelijk gevoerd, vol haat en cynisme en angst. Het doel is de ander op de knieën te brengen, alleen omdat niemand is zonder zonde en er daarom altijd verwijten te maken vallen, lukt dat nooit.

Daarom stel ik voor dat we de aandacht verleggen op wat burgers in de moderne diverse samenleving bindt, in plaats van wat scheidt. De nadruk die is komen te liggen op vrijheid, in de individualistisch georganiseerde samenleving, gebaseerd op competitie en competenties, is ten koste gegaan van de broederschap en de samenwerking. Uitgangspunt moet zijn het aloude erkennen van de menselijke waardigheid, op een even unieke piepkleine planeet in een immens en onleefbaar heelal en die groot, gezamenlijk onderhoud vergt.

Dienstbaarheid, behulpzaamheid, solidariteit, eenheid, dat deze woorden nu pathetisch in de oren klinken, komt door het uiteenvallen van een collectiviteit ten gunste van het individu. Hoe kunnen we deze waarden weer herintroduceren in een nieuw soort burgerschap? Dat kan alleen als ze hand in hand gaan met het gezamenlijk tackelen van de werkelijk grote problemen waarvoor de wereld zich gesteld weet. Vergeet de vrijheid van meningsuiting conceptologie. Urgent zijn: klimaat, migratie, inkomensongelijkheid, discriminatie, toekomstige epidemieën als gevolg van globalisering en overbevolking.

Ontwikkel op alle bestuursniveaus eindelijke een krachtige positieve visie op het behoud van de planeet waarin elk individu kan bijdragen. Waarom die kruideniersmentaliteit die telkens de pas moet worden afgesneden door de dappere burgerorganisatie Urgenda? De nieuwe generatie leert nu al beter dan boomers om het eigen belang opzij te zetten voor de aarde en dat goed kunnen samenwerken daartoe een voorwaarde is. Versterk die vaardigheden en kennis in het onderwijs. Daag burgers uit mee te denken en te werken aan een wereld die groter is dan zijzelf.

Volg het voorbeeld van Biden die zijn moderne variatie op de 4 klassieke deugden (verstandigheid, moed, matigheid, rechtvaardigheid) in beleid heeft opgenomen: wetenschap, eenheid, waarheid, fatsoen. Een dergelijke visie biedt zowel de mens als de planeet weer lucht. En perspectief.