Bij de dood van de bulldozer

sharonMijn kleine persoonlijke herinnering aan Sharon was deze: nadat hij was gekozen tot premier van Israel in het voorjaar van 2001, stond er binnen een week een tank in onze straat. Het was een statement, een waarschuwing. En een herinnering aan waar hij toe in staat was geweest.

Nee, ik houd niet van de beelden van mensen die de dood van een ander vieren, zelfs als het de vijand betreft. Maar er zijn maar weinig leiders die er zo op uit zijn geweest als Arik Scheinermann, die in de loop van zijn carriere de bijnamen de bulldozer en de slager kreeg, om een ander volk op de knieen te krijgen door dood en verderf te zaaien.

En Sharon was ook geen vredesduif toen hij de Gaza-strook ontruimde in 2005, omdat hij daarmee probeerde een mogelijk vredesplan, dat echt pijnlijke concessies zou vragen, de nek om te draaien. De bijna achtduizend joodse kolonisten waren niet belangrijk genoeg om te beschermen in een Palestijnse enclave van meer dan een miljoen mensen, in een volstrekt onvruchtbare strook. Daarbij zouden de grenzen in handen blijven van het Israelische leger, dus offerde Sharon niets op.

In alle overzichten wordt uiteraard gewezen op de massamoord op de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatilla in 1982. De invasie van het Israelische leger in Libanon in dat jaar kwam uit de koker van de bulldozer himself, laat ik dat hier nog even onderstrepen. Het feit dat Sharon uit de functie van minister van Defensie werd gezet na een Israelisch onderzoek over het bloedbad, weerhield Israel er niet van hem zijn politieke activiteiten te gunnen en kon hij het vervolgens zelfs tot staatshoofd schoppen. Dat de Israeli’s het hem zo makkelijk vergaven dat hij bloed aan zijn handen had, vind ik een onvergeeflijk gebaar van minachting voor het Palestijnse leven. Dat gold ook voor zijn verkiezing in 2001 tot premier, een overwinning die hij behaalde kort na zijn provocatie in september 2000 om het terrein van de al Aqsa moskee te betreden. 80 Palestijnen kwamen daarbij om na rellen.

Nog verder terug had Sharon al laten zien dat hij een patroon van onderdrukking volgde en niets ontziend te werk te gaan: zijn wraakacties tijdens en na de oorlog van 1948 tegen Palestijnse dorpelingen waren berucht. In Qibya stierven 69 Palestijnen door de eenheid onder leiding van Sharon.

Nee, ik ben niet blij met de dood van een mens. Maar ik vind het onverteerbaar dat Sharon nooit meer vervolgd zal kunnen worden voor zijn haatzaaien, zijn bewuste wreedheid en misdaden tegen het Palestijnse volk.

De tank in mijn straat was een voorbode van veel onheil in dat jaar: het was naast het uitbouwen van vele checkpoints, het begin van het systematisch uitschakelen van alles wat de Palestijnse Autoriteit had opgebouwd met westerse hulp. Ook hierbij was een Palestijns leven weinig waard. Het is juist dat noch Rutte, noch Timmermans bij de begrafenis aanwezig zullen zijn.