‘Elite’, durf nieuwe rol te pakken als voorhoede van het volk

(gepubliceerd in Trouw, 21 februari 2020)
Bij de presentatie van zijn regeringsverklaring in 1973 hoopte premier Den Uyl dat hierin iets had doorgeklonken van wat de spreukendichter in het Oude Testament bedoelde met de woorden ‘Waar visie, waar uitzicht ontbreekt, komt het volk om’. Het kabinet Den Uyl was dan ook glashelder met zijn doelstelling: ongelijkheid in de samenleving verminderen op het gebied van inkomen, bezit, macht en kennis.

Veertig jaar later, in 2013, sprak premier Rutte: ‘Visie is als de olifant die het uitzicht belemmert’. In het regeringsakkoord uit 2017 kom je die visie dan ook niet tegen, behalve dit ‘prachtige’ land nog ‘beter’ maken. En zo zitten wij Nederlanders in de auto bij Rutte die chauffeert, maar we weten niet waarheen. Op de achterbank is voortdurend ruzie omdat de een terug naar huis wil, de ander juist sneller vooruit en de derde meer chips eist.

Het huidige kabinet heeft geen weerwoord op de ontwikkeling dat mensen hun identiteit ontlenen aan hun eigen belang. Zie de toenemende rituele boerendansen, acties van klimaatrebellen, de onderwijzers, pensionado’s of het politiepersoneel. Allen wil Rutte tevreden houden, wat gepaard gaat met kortetermijndenken.

Maar de premier staat niet alleen in zijn afkeer van en angst voor een Uyliaans uitzicht. Hetzelfde zien we in de media en cultuurkringen. Onze intellectuelen, die zo bang zijn voor ‘elite’ te worden uitgescholden, hebben niet alleen zichzelf ten grave gedragen, maar ook de innovatie op politiek en cultureel vlak. Het idee dat het volk dicteert is gemeengoed geworden. Toch is de representatieve democratie per definitie een elitaire: volksvertegenwoordigers zitten in de Kamer met mandaat, maar beslissen autonoom met het oog op het algemeen belang en de rechtsstaat.

Juist angst van de intelligentsia zelf holt het algemeen vertrouwen in de trias politica en media verder uit. Maar zij geven niet het voorbeeld van goed burgerschap. Onze gave regering treedt liever niet op tegen overtredingen die slecht vallen bij de achterban, zoals gesjoemel van boeren met mest; het rommelde zelf aan met het Pas en handhaafde de milieuwetten niet.

Den Uyl durfde offers te vragen van burgers om problemen aan te pakken die niet wezenlijk verschilden van nu; economisch, ecologisch, groeiende ongelijkheid. Sindsdien is de politiek steeds meer het instrument geworden van belangengroepen. Er zijn geen remmende ideologieën of religies meer die de onderbuiken in toom houden. Dat maakt moraal verkopen lastig. Maar laten we niet de leemte die is ontstaan, vullen met het idee dat directe democratie de representatieve vervangt.

Het is tijd voor een voorhoede die het lef heeft om juist niet alle versplinterde belangen in de polder te willen behartigen en zich niet zoals politici nu door angst voor stemmenverlies laat leiden. Zo moeten media, uitgeverijen en cultuurprogramma’s zich bij de keuze voor de inhoud niet door commerciële belangen laten beïnvloeden. Juist een voortrekkersrol zou anderen aan het denken kunnen zetten.

Rutte had gelijkwaardigheid kunnen kiezen als leitmotiv in het regeerakkoord. Hij kan de boeren duidelijk maken dat hun wensen niet in het algemeen belang zijn en meteen stellen dat daarvoor compensatie wordt gevraagd van de hele bevolking. Hetzelfde geldt voor een nieuw moedig klimaatbeleid.

En serieuze media kunnen programma’s maken en interviews publiceren met inhoud, in plaats van brood en spelen. Anders zijn ze zelf de zoveelste splinter in de samenleving die zijn eigen losgezongen voortbestaan tot doel heeft, met minachting voor de wet. De dichter in het Oude Testament had gelijk over het belang van visie: Anders (in een oudere vertaling) verwildert het volk zelf.