Ja tegen emotionele journalistiek

Heel erg goed van de NRC hoofdredactie (Peter Vandermeersch) die het lef had de krant van donderdag te openen met een van de meest schrijnende beelden uit de oorlogen: de dood van een kind.

Ik lees de reacties: de meeste lezers ondersteunen de keuze van de redactie. Enkelen wijzen erop dat ze blij zijn dat de kinderen het niet hebben gezien. Ik wil me niet met andermans opvoeding bemoeien, maar kinderen in het westen zouden wat mij betreft moeten weten dat ze behoren tot de happy few die het uitzonderlijk heeft getroffen in zijn werelddeel.

Ook de spread een paar pagina’s verderop toonde beelden die regelmatig op al Jazeera zijn te zien, maar die bijvoorbeeld ons journaal censureert. Die censuur zorgt er voor dat veel mensen geen weet hebben van de gruwelen die het dagelijks leven bepalen in het Midden-Oosten en de drang tot vrijheid.

We moeten het weten, we moeten het wel geweten hebben wat er in Syrie gebeurt. Zeker in onze tijd zijn we er aan gewend geraakt dat beelden meer dan woorden spreken. Dan behoor je die ook te gebruiken.

Op dezelfde dag werd de winnende World Press Foto bekend, die een ode brengt aan de Arabische burger in opstand. Tezamen met de eerdere beelden van de drie Arabische en Afrikaanse Nobelprijswinnaressen voor de Vrede vorig jaar, laten ze ze zien hoe groot de impact is van de Arabische revoluties in het Midden-Oosten. Immens leed, heldendom en de wil tot verandering die zich niet laat temmen.

Beelden die in het Midden-Oosten gewoon zijn. En die hier in het westen nodig zijn, zodat we weten dat er hulp noodzakelijk is. Ook al is volslagen onduidelijk hoe die tot stand moet komen, omdat Syrie anders is dan Tunesie, anders dan Egypte, anders dan Libie. Maar het nadenken erover begint bij de kennis van de gebeurtenissen.

Ja, alsjeblieft, laat de journalistiek betrokken en emotioneel zijn als het moet.