Ephimenco, zijn portefeuille en het leedvermaak

Het gebeurt niet vaak dat columnisten de eigen zwarte zijden van hun ziel aan ons blootleggen, liever doen ze dat natuurlijk van anderen. Gelukkig gunt Ephimenco ons in zijn column vandaag in Trouw zo’n zeldzaam inkijkje. Ik heb het stuk drie keer doorgeploegd om me ervan te vergewissen dat hij zijn eigen observatie serieus neemt. Welnu. Hier gaat volgt de mijne.

Ephimenco is zijn portefeuille kwijt. O lieve help, wat een schrik. Tuurlijk. Daar moet je over kunnen schrijven als je meent dat dat interessant kan zijn voor anderen. So far so good. Maar plots moet hij dan denken aan het verlies van de vluchtelingen, van hun leven, ja dat vooral. De vergelijking tussen het verlies van een portefeuille en een leven, die ging er bij mij om te beginnen niet soepeltjes in.

Maar Ephimenco pakt door. Alsof hij het aan voelde. Want, hij wil de vluchtelingen vragen hoe hun verlies toch voelde (in een vermoedelijke poging tot compassie): ‘Hoe is het om te sterven met 70 anderen bij dertig graden in een kleine afgesloten ruimte terwijl je juist een oorlog ontvluchtte? Hoe voelt het om je leven kwijt te raken tussen de zwarte golven van de Afrikaanse nacht?’

Nou? Mohammed? (microfoon onder je neus, camera op je snufferd) Wat ging er door je heen? Geef eens antwoord? Mo? Hallo? O wacht, je kan het niet eens meer navertellen?

Wat denk je zelf, Eef?

Hoewel het oorverdovend stil blijft, ook in hemzelf blijkbaar, zoekt Ephimenco het antwoord vervolgens maar bij zijn portefeuille. Ik zie althans in dit stukje verder geen enkele oprechte poging tot inleving in leed en lot van deze vluchtelingen.

Dan, om het allemaal nog erger te maken, – hij leest zijn stukje terug – doet hij een poging tot zelfkritiek en vindt hij het allemaal wat ‘pathetisch’ wat hij tot dan toe heeft geschreven. Even, heel even, dacht ik dat hij zichzelf de maat zal gaan nemen, maar ja, dan ben je vast te politiek correct he?

En dan komt het slot waar mijn mond van openviel: ‘die enorme ellende rondom mijn kleine leed heeft onbedoeld een heilzame werking.’ Hij is genezen van zijn chagrijn. Er zijn zoveel zaken die ‘nog futieler’ zijn, zoals het VN-rapport over discriminatie in NL en het vluchtelingendrama. En kan hij ‘met dat gat in mijn borstzak een gat in de lucht te springen om verlies in winst om te zetten.’ Yep, dat waren de laatste woorden van het stukje.

Nee Ephimenco, dit is geen relativering van je eigen sores. Deze wannebe introspectie leidde niet tot hogere inzichten. Het is een prachtige beschrijving van hoe egocentrisme medemenselijkheid heeft overvleugeld. Bedankt dat je ons zo helder hebt getoond hoe leedvermaak in de letterlijke zin des woords, werkt. En ik wens je veel plezier met jezelf.