Het cadeau van Hella Haasse

Hella Haasse behoorde tot de Grote Vier van naoorlogse schrijvers, lees en hoor ik in de media, maar zelf vond ze van niet. Ze was de ‘Grande Dame’ van de Nederlandse literatuur, maar wilde niet zo heten. Ze zorgde ervoor dat Indie ging leven in Nederland, maar mengde zich niet in het publieke debat. Indie was de rode draad door haar werk, maar ze schreef nog over zoveel meer.

Haar positie in de Nederlandse samenleving vind ik niet zo belangrijk. De cadeaus van haar boeken aan ons allen, daarvoor ik haar dankbaar. Elsbeth Etty schrijft in de Nrc dat haar grootste kracht was zich in te kunnen leven in de ander, haar verbeelding, die ze ook wist te stimuleren bij haar lezer.

Een speciale passage uit ‘Krassen op een rots’, autografische schetsen over Indie, staat mij vooral bij. Toen ik bezig was met mijn onderzoek naar mijn grootvader die in Nederlands-Indie diende bij de politie, vond ik het moeilijk me precies voor te stellen hoe de Nederlandse kolonisten hun eigen dominantie over al die bruine mensen konden rechtvaardigen. Door haar bijna objectieve manier van beschrijven van haar observatie van de verhouding met Indonesiers, werd me veel duidelijk. Het was geen vergoelijking, maar een heldere analyse die er toe leidde dat ik minder hard oordeelde over de Nederlandse kolonisatoren:

‘Ik beschouwde (en ik moet die indruk gehad hebben, dat zij het ook zo zagen) de ‘ongelijkheid’ als iets vanzelfsprekends, niet in discriminerende zin, maar als uiting van het recht op en dus als manifestatie van eigen aard, eigen belangen en behoeften in die maatschappij met zijn vele uiteenlopende bevolkingsgroepen.’

Nederland zal haar, haar boeken en haar boven de partijen verheven beschouwingen, juist in deze tijd van ferme opinies, node missen.