(Gepubliceerd in de Volkskrant 24 juli 2024)
De inhoud van het advies, de ‘advisory opinion’, van het Internationaal Gerechtshof over de Israëlische bezetting van Palestina was meer dan waar de Palestijnen van durfden te dromen en nog meer waarvoor de Israëli’s vreesden. Maar het heeft ook grote consequenties voor de (westerse) partners van Israël. Het advies staat los van de oorlog in Gaza (en de aanklacht wegens mogelijke genocide), omdat het in 2022 is aangevraagd door de Algemene Vergadering van de VN. Die wilde weten wat de status precies is van de bezette gebieden en wat de juridische gevolgen ervan zijn voor de afzonderlijke lidstaten die betrekkingen hebben met Israël.
Het advies legt allereerst een bom onder Israëls bouwwerk van verovering, bezetting en annexatie van gebieden die de VN in 1947 heeft toegewezen aan de Palestijnse bevolking, dat recht heeft op zelfbeschikking. Het hof stelt dat de bezetting illegaal is, dat joodse nederzettingen in bezet gebied moeten worden ontruimd en kolonisten daar weg moeten. Want de hele militaire aanwezigheid van Israël in Palestijnse gebied heeft geleid tot discriminatie en segregatie waaraan onmiddellijk een einde moet komen. Palestijnse vluchtelingen moeten kunnen terugkeren naar hun land. En last but not least, dient Israël de Palestijnse bevolking compenseren voor het leed en de schade die het heeft toegebracht.
In de VN zijn vele resoluties aangenomen tegen Israëls bezetting, die veel van bovenstaande elementen veroordeelden. Dat het hoogste juridische orgaan in de wereld zo onomwonden de bezetting in alle facetten illegaal noemt is opmerkelijk. Maar de betekenis ervan reikt nog veel verder. Het zorgt er allereerst voor dat naast internationale aandacht voor al het Palestijnse leed en de Israëlische mogelijke genocide in Gaza, ook Israëls illegale gedragingen op de Westoever en Oost-Jeruzalem weer in het vizier komen, waar de ultrarechtse regering in ijltempo gebied confisqueert en de facto annexeert.
Verder eist het hof niet alleen een einde aan die bezetting, maar ook expliciet aan de wereldwijde medeplichtigheid daaraan. Het hof geeft duidelijke richtlijnen voor ‘landen en internationale organisaties, gespecialiseerde agentschappen, investeringscorporaties en andere instituties’ om de bezetting niet te normaliseren en ‘te assisteren’, en om ‘niet de maatregelen te erkennen door Israël ondernomen om de bronnen van de bezette gebieden te exploiteren of die het effect hebben veranderingen teweeg te brengen in de demografische samenstelling of geografisch karakter.’ Wie dat wel doet verricht dan ook illegale handelingen.
En wat deze uitkomst nog verrassender maakt: impliciet komt het advies overeen met de uitgangspunten van de in 2005 door Palestijnen opgerichte en inmiddels wereldwijde Boycot Divestment and Sanctions beweging (BDS), die fel wordt bestreden door Israël. Al tijdens de eerste intifada was geweldloos Palestijns verzet populair, maar kreeg weinig aandacht in de media. In 1987 sprak ik, Mubarak Awad, bijgenaamd de Palestijnse Gandhi, die zich onder andere beijverde door een boycot van Israëlische producten uit nederzettingen. De toenmalige premier Shamir vond het gedachtengoed zo bedreigend, dat hij hem deporteerde.
De geweldloze BDS beweging is ook verboden in sommige staten in de VS, Frankrijk en in diverse Europese parlementen zoals Duitsland veroordeelden haar, vanwege het vermeende antisemitische karakter, wat zij altijd ontkende. BDS komt op voor de Palestijnse rechten, eist een einde van bezetting en kolonisatie en wil terugkeer van Palestijnen naar hun huizen en eigendommen. Zij richt haar pijlen op pensioenfondsen, banken, kerken, ondernemingen, culturele instituties, universiteiten die actief zijn in bezet gebied en vraagt hen investeringen terug te trekken. Doen ze dat niet dat vindt de beweging boycot van hun producten en diensten een volgende stap. Wereldwijd krijgt zij steun van kerken, ngo’s, vakbonden en celebs. Landen die tot verboden en veroordelingen overgingen kunnen in het licht van het advies deze nu gaan heroverwegen.
Het geduld van het hof is op, Israël moet ‘as soon as possible’ beginnen met de Palestijnen recht te doen. Na 75 jaar schending van internationaal recht is dat ook een heldere boodschap aan de westerse vrienden, waaronder Nederland, als hoeder van het hof. Er wordt actie verwacht, ook van ons parlement en kabinet.
Net als de andere landen, moet Nederland allereerst landelijk inventariseren welke relaties het onderhoudt met Israël die bezetting en annexatie laten voortduren. Nederland weet al heel lang dat het allemaal niet deugt, maar financiële overwegingen, vriendschap met Israël, angst voor als antisemitisch te worden uitgemaakt, leidden tot nu toe tot lafheid en laksheid om een einde te maken aan medeplichtigheid.
Verder dienen de Europese economische, culturele, commerciële, wetenschappelijke en andere betrekkingen met Israël in bezet gebied direct te worden gestaakt. Dat komt neer op bijvoorbeeld verbod op import van producten uit de Israëlische nederzettingen, op het uitwisselen van knowhow van defensiesystemen en wapenleveranties die gebruikt worden tegen Palestijnen. Maar het betekent ook het stoppen van contacten zoals met de Hebrew University. Die universiteit bevindt zich in bezet Oost-Jeruzalem en heeft sinds 1967 grote stukken grond illegaal onteigend voor haar campusuitbouw. Bovendien discrimineert zij Palestijnse studenten en wetenschappers: degenen die in bezet gebied wonen hebben geen toegang. Gaat het westen gewoon door met het onderhouden van de universitaire relaties, dan werkt het mee de Israëlische annexatie van Oost-Jeruzalem.
Niet alleen Israël, maar ook diens vrienden zitten in de beklaagdenbank. Als ook na het verbreken van verbanden de Israëlische regering niet op andere gedachten wordt gebracht over de bezetting – Netanyahu verklaarde dat zijn land geen joods gebied kan bezetten -, dan roept het land sancties over zichzelf af. Een algeheel wapenembargo. Een stop op alle uitwisselingen van hightech informatie. Het opzeggen van het Associatieverdrag. Het staken van alle wetenschappelijke subsidies via het Europese Horizonprogramma. Om mee te beginnen. Nu nog talmen is onacceptabel.