Oorlogs- en vredesgoden

Ik was even op bezoek bij de Tilburgse arabist Jan Jaap de Ruiter wiens werkkamer is om van te watertanden: halve meter hoge stapels papieren op grond, bureau en kasten; boeken, boeken en nog eens boeken, die de loopruimte succesvol veroverd hebben. Niks clean desk policy. Heerlijk, die geur van papier.
Van hem kreeg ik het boekje De Statistieken der religies, dat minutieus uitvlooit waar verschillen en waar overeenkomsten liggen bij de drie grote boekgodsdiensten. Opmerkelijke conclusies in een opmerkelijk ironisch boekje.

Wen er maar aan, is de boodschap van De Ruiter, die joods-christelijke traditie wordt ingehaald door de islam die al een deel van ons erfgoed is. Erg? Niet als je het beter gaat beschouwen.
Daar waar de volksmenner van de so-called Partij voor de Vrijheid onze westerse maatschappij tot in de Verenigde Staten bang wil maken voor het gevaar van Koran en islam, telt de Ruiter slechts vier keer het woord jihad in de hele Koran. Een woord dat overigens letterlijk inspanning betekent en in het westen wordt verward met oorlog.

De Ruiter bekeek ook het Arabische woord harb (oorlog, eveneens slechts vier maal voorkomend) en vond daarbij opmerkelijke vredelievende toonzetting, neem bijvoorbeeld deze: “Telkens als zij een vuur ontsteken dat tot oorlog leidt, dan dooft God het.’ Dit uiteraard in tegenstelling tot vooral het Oude Testament/Thora, waar je struikelt over oorlog en bloedvergieten inclusief rechtvaardiging.

Zelfs het Nieuwe Testament, toch vooral geroemd om zijn keert-de-andere-wang-toe pacifisme, kent 19 maal het woord oorlog. En we kunnen zelf Christus horen zeggen (Matteus):
‘Meent niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde, Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.’

De Ruiter, agnost, concludeert dan ook dat de God van de Bijbel een oorlogsgod is, ‘in tegenstelling tot de God van de Koran, die geen enkele maal als oorlogsgod wordt neergezet maar veeleer als een God die de oorlog dooft.’

Ook de andere vergelijkingen tussen de godsdiensten zijn interessant en verrassend, over barmhartigheid, herenliefde, vergeving, toorn en zonde. Niets menselijks is alle drie vreemd. Wie nog gelooft in de superioriteit van een hen, krijgt de kous op de kop. Die joods-christelijke-islamitische traditie, daar zitten we al middenin. Echte aanrader dus, dit boekje voor komend Pinksteren zou ik zeggen en wie niet echt into the Lord is, misschien als relativerende tegenhanger van het tweede haatonzinnige boek van Wilders?