Geachte universiteitsbestuurders, van mijn alma mater Universiteit van Amsterdam (bij wie ik mocht afstuderen en van wie ik een exchange student was aan de Hebrew University) en mijn huidige werkgever, Tilburg University,
Met deze open brief wend ik mij tot u, bestuurders van de universiteiten, deze prachtige bastions van het denken, wier primaire taken is: waarheidsvinding. Kennis vergaren, verspreiden en stimuleren. Alleen heeft u zich met de andere bestuurders in dat bastion teruggetrokken en er een eigen vesting van gemaakt. Een fort dat u nu het zicht belemmert op de realiteit, doordat u ervoor heeft gekozen bepaalde feiten niet te willen zien en de boodschappers niet te willen horen.
Dat bastion heeft u versterkt en bewapend. Een machtig wapen leek aanvankelijk de ontkenning. Dat de universiteit medeplichtig is aan oorlogsmisdaden door innige samenwerking met de daarvan verdachte partneruniversiteiten. Ook verwierp u de diepgravende rapporten van uw eigen adviescommissies, met grote tegenzin ingesteld, die u vervolgens heeft gereduceerd tot maar ‘een mening’ in uw universiteiten, door hun onafhankelijke rol boven het debat niet te accepteren. Koren op de molen van het populisme. Uzelf heeft de loopbrug opgehaald tegen uitvoering van zowel eigen getoetst onderzoek als internationaal recht, een discipline geboren op de universiteit.
U trok vervolgens ten strijde met gif van verhullend taalgebruik. Retoriek die u bent gaan verspreiden om uw onbegrijpelijk standpunt te maskeren. Zoals ‘dialoog met partners’ aangaan, waarmee u bedoelt het uitsluiten van eigen dissidenten (en waardoor u nooit inhoudelijk reageert, zoals op mijn brieven) en u zegt internationaal recht niet op te volgen. Van het instellen van die ‘adviescommissies’, waar u bedoelt dat u geen besluit wilt nemen om een bevriend land dat mensenrechtenschendingen pleegt af te vallen, maar alleen tijd rekken. Van ‘zorgen’ waarmee u wilt zeggen dat u niet wilt handelen. Van ‘we zijn er niet bij’ om onafhankelijk onderzoek te negeren. Van ‘verdrietig’ waardoor niemand rekenschap van daden hoeft af te leggen. Van ‘niet aanwezig kunnen zijn’ van iemand van uw bestuur als er onwelgevallige sprekers worden uitgenodigd op de campus, waar u academische vrijheid en onafhankelijkheid niet wilt respecteren. Van ‘actief werken’ aan een oplossing, waarmee u bedoelt dat u zich niet aan eigen gestelde deadlines houdt.
Al die versterkingen laten zien dat juist u, de universiteitsbestuurders, politiek bedrijven door te zwijgen over deze massamoord (terwijl u wel binnen een week tegen de Russische inval in Oekraïne opstond). Dat niet de protesterende studenten, docenten en medewerkers zich emotioneel, partijdig en politiek tonen. Juist zij zijn rationeel en vechten met open vizier en de wet in de hand. U bedrijft politiek door partijdigheid en geen gehoor te geven aan besluiten van de VN, het Internationaal Strafhof en Gerechtshof. Dat laatste hof riep op 19 juli in zijn advies vorig jaar alle landen en instituten ter wereld op de bezetting niet te ‘erkennen, ermee samen te werken of te assisteren op welke manier dan ook’
(art. 277) en wijst ook op gevaar van medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden en mogelijke genocide als daaraan geen gehoor wordt gegeven.
Door de groeiende kritiek op uw beleid en uw eigen ongemak koos u bovendien bewust voor repressie in de academie waar debat, ook over moeilijke zaken, essentieel is. U nam onder meer maatregelen om demonstratierecht en vrijheid van meningsuiting in te perken, zoals het niet meer mogen bezetten van gebouwen. Dat heeft u inmiddels al vele malen gehandhaafd met grof geweld, zelfs door politie in burger eigen studenten op het hoofd te laten timmeren. Geweld is altijd een teken van zwakte.
Bastions, forten, en ivoren torens – ook van wetenschappers – bieden al lang geen bescherming meer aan de macht, weten we. De eerste bressen heeft u zelf ook geslagen door conflicterende verklaringen. De Universiteit van Amsterdam kondigde eerst aan contacten met de Hebrew University te verbreken, maar denkt nu weer over herstel. Tilburg University gaf als een van de redenen om het rapport achterin de koelkast te plaatsen, dat het staakt-het-vuren hoop bood op een oplossing. Nu Israël dat heeft verbroken, heb ik nog geen bestuurder gehoord die het non-besluit bijstelt. Na toezegging aan demonstranten vorig jaar over het opvolgen van de conclusies van de ethische commissie, deed Tilburg University begin dit jaar opnieuw een loze ‘belofte’ over een definitief besluit dat ‘uiterlijk maart, april’ moest vallen. Eigen deadline inmiddels verstreken. Nu horen we dat er echt, nee écht, begin mei een besluit valt. Dat zou dan 19 maanden te laat zijn. Maar beloften die gedaan worden, zijn genoteerd en onthouden.
De Franse Nobelprijswinnaar Romain Rolland toonde in zijn schitterend oeuvre hoe eenieder doortrokken zou moeten zijn van humanisme. Hij ontleedt in zijn werk de vele uitvluchten van de retoriek van oorlog om vooral de mens in de ander niet te willen zien. ‘U bewijst humaniteit geen dienst door uw geweten en uw intelligentie te vervormen om haar te vleien; maar door haar integriteit te verdedigen tegen machtsmisbruik. En wanneer u haar verraadt, verraadt u zichzelf.’
Ik las dit citaat in zijn werk Clerambault, het hoopvolle verhaal van een man die die tot inkeer komt bij het zien van het grote bloedbad van WOI en zich te weer stelt tegen de oorlog omdat hij dat niet kan verenigen met zijn geweten dat hem vertelt over het respect dat de mensheid moet opbrengen voor elk mensenleven. Daartegenover staat slechts uw boodschap van talmen met besluiten om verantwoording af te leggen over uw daden: sommige mensen hebben kennelijk meer recht op internationaal recht dan anderen. Sommige mensen mogen zich meer mens noemen dan anderen. Uw keuzes verhinderen u respect op te brengen voor ieder mensenleven, man, vrouw, kind, jong, oud, waar dan ook ter wereld, behorend bij welke groep dan ook. Het moet wel heerlijk zijn in dat bastion van bestuurders.
Ik vraag u niet om compassie. Ik vraag u niet een Hercules of David of Jeanne d’Arc of Nelson Mandela of Hossam Abu Shafiye te zijn. Ik vraag u niet politiek te gaan bedrijven. Al weten we sinds de grote Griekse filosofen allen dat de academie een publieke taak vervult. Ik vraag u niet eens een geweten aan te spreken. Clerambault bent u niet.
Maar ik vraag u alleen dat wat vereist is conform internationaal recht te respecteren en uit te voeren. Stap uit uw fort van machtsbehoud, angst, zelfgenoegzaamheid en eigenbelang. Het verblijf daar biedt geen enkel antwoord, hoe lang u daarboven ook zult bivakkeren, omdat uw fort gebouwd is op het drijfzand van misvattingen. Uw taak was het juist de feiten te zoeken en de waarheid te vinden.
Met vriendelijke groet,
Tineke Bennema