Oproep: Terughoudendheid in opinievorming en bescherming Palestijnse bevolking

(Dit stuk is de uitgebreide versie van het artikel dat ik samen met Jaap Hamburger schreef – hij is voorzitter van Een Ander Joods Geluid – en dat vandaag in de NRC stond en op Joop!.nl verscheen)

Wij zijn diep geschokt door het nieuws uit Palestina en Israël, waar de atmosfeer vergiftigd is door woede, angst, verdriet, wraak en geweld. De bakermat van drie wereldgodsdiensten is de verbrande grond geworden waarop mensen kinderen vermoorden omdat zij symbool staan voor de vijand.

Social media hebben de afgelopen weken sterk bijgedragen aan het verziekte klimaat dat ook ons land heeft bereikt. Pro-Palestijnse en pro-Israëlisch groepen bestoken elkaar met als feiten gepresenteerd openlijk racisme: Joodse stemmen die beweren dat 93 procent van de Palestijnen antisemitisch zijn, Palestijnen die stellen dat de Israëli’s de drie joodse tieners zelf hebben omgebracht. De stemmen die oproepen tot terughoudendheid zijn totaal overschreeuwd, geheel in lijn met het voorbeeld uit het beloofde, verscheurde land.

Tegen die stroom in willen wij hier allereerst oproepen tot beheersing in ons eigen land. De vele complottheorieën, vervalste verhalen, gefotoshopte propaganda en stereotype beeldvorming dragen alleen maar bij tot het zwartmaken en isoleren van Israëli dan wel Palestijn. De beide volkeren omhuld door rookwolken en haat zijn er niet mee gediend. Als mensen echt begaan zijn met het lot van vrienden en familie daarginds, dan kunnen zij een voorbeeld nemen aan een Palestijnse onderwijzer Ali Zahalki die op een Hebreeuws forum stelt:

“Laten verstandige mensen aan beide zijden samenkomen in deze extreem gevaarlijke tijd van grote nood en het hele publiek toeroepen: ‘Kalmeer!'” Een oproep die onder meer op de steun kon rekenen van de Amerikaans-joodse schrijver Norman Finkelstein.

In plaats van uit solidariteit de meest primitieve kanten van de betrokkenen te ondersteunen in deze oververhitte tijden, is het van groot belang om de gemeenschappelijkheid te zoeken als respect niet meer kan: wij zijn allen kinderen, moeder, vaders, zonen en dochters, de kern van ons bestaan. Zowel de moeder van de vermoorde Mohammed als de moeder van Naftali, een van de vermoorde Israëlische tieners, wezen daar op. Laten wij het houvast dat zij daarin zoeken, respecteren.

Wij zijn allen individuen en geen symbolen van haat. Dat is iets waar veel Palestijnen echter op dit moment zo bang voor zijn. Van beide kanten horen wij dat het racisme in Israël nog nooit zo om zich heen heeft gegrepen als nu. Individuele Israëlische prominenten roepen op social media op tot verdrijving van de Palestijnen. Palestijnen zijn doodsbang, bang voor de meest basale vorm van haat, van burger tot burger. Zij wijzen op het verschil met vroeger, waar het ging om collectieve uitingen van het Israëlische leger tegen Palestijnse stenengooiers of van een soldaat tegen een Palestijn aan het checkpoint.

De gevaarlijke nieuwe ontwikkeling is de haat van persoon tot persoon. De geest lijkt uit de fles te zijn. Het gevaar loert voor elke Palestijn onder bezetting op de Westelijke Jordaanoever, komend van extreme kolonisten die gewapend zijn en veel beweegruimte hebben gekregen van de Israëlische regering. Met de moord op Mohammed Abu Khdair is elke Palestijn vogelvrij verklaard, voelen Palestijnen. Mensen op de Westelijke Jordaanoever houden angstvallig hun kinderen binnen en durven zelf nauwelijks naar buiten om boodschappen te doen.

Ja, ook veel Israëli’s leven en hebben geleefd met angst voor Palestijns geweld, voor henzelf en hun kinderen, maar er is een groot verschil: zij hebben een eigen land, een eigen leger, eigen grenzen. Het Palestijnse volk leeft onder bezetting, heeft geen middelen noch een leger ter verdediging en bescherming. Het huidige geweld in de Gazastrook toont dit des te meer: de bevolking zit in een grote gevangenis en kan niet ontsnappen aan oorlogsgeweld.

Volgens de internationale wetten en de Geneefse conventies is Israël verantwoordelijk voor het beschermen van burgers in het door haar bezet gebied. De internationale gemeenschap die deze akkoorden ondertekende, heeft zich op haar beurt gecommitteerd erop toe te zien dat dat ook gebeurt. Tot nu toe is Israël ontelbare malen gewezen op het feit dat de Palestijnen, die opgesloten zitten achter hekken, muren en checkpoints, lijden onder de bezetting, en dat Israël niets doet om hun veiligheid te garanderen, maar daarentegen de bevolking angst aanjaagt en straft.

Met het huidige geweld in de Gazastrook en het zuiden van Israël, de snelle verslechtering van de leefomstandigheden van veel Palestijnen, het feit dat zij in de regel volledig overgeleverd zijn aan soldaten en kolonisten die Israël niet voldoende onder controle heeft, roepen wij allereerst Nederland op haar verantwoordelijkheid te nemen op basis van de Conventie van Geneve, die ons land mede heeft ondertekend. Nederland moet deze kwestie verder aankaarten in de EU en in internationale fora aan de orde stellen.

De ondertekenaars dienen de Israëlische regering te wijzen op haar plichten, om de veiligheid van de Palestijnse bevolking te garanderen alsmede de rechten, zoals het voor de rechter brengen van kolonisten die zich te buiten zijn gegaan. Gebeurt dat niet dan vrezen wij een verdere spiraal van onderling geweld tussen Israëli’s en Palestijnen, gruwelijker dan wat wij de laatste weken hebben kunnen waarnemen.