Links van mij in de stiltecoupé zitten twee dames uit het tijdperk voor de babyboom te klagen over staar, heupen, hun vervelende mannen en medicijnen met bijverschijnselen, die ze niet willen maar moeten slikken. Rechts van mij een Afrikaanse man die luidkeels telefonisch half in het Arabisch, half in het ik weet niet wat over een reis delibereert. Als ik mijn boek uit mijn tas heb gevist, Under the Greenwood Tree, van die altijd grappige Thomas Hardy, kijk ik even naar het meisje tegenover mij. Zij leest aandachtig in haar boek, ook een penguin. Tess, zie ik, van Thomas Hardy. Even kruisen onze ogen en verschieten we allebei van kleur.