Van olivijn, de sprookjes van 1001 nacht en de gelukszoekers

Olivijn, oprukkende islam en de Sprookjes van 1001 Nacht. Die kwamen allemaal samen op het gitzwarte strand aan de Atlantische Oceaan. En Lawrence of Arabia keek mee.

Wie ooit zelfs maar de gekuiste versie van de sprookjes heeft gelezen struikelt er over de veelkleurige edelstenen. Kronen waren ermee ingelegd, gewaden ermee versierd, olifanten ermee behangen, gasten beloond. Beeldschone slaven en slavinnen droegen, in lange rijen, hun kostbare last in schalen op het hoofd paleizen binnen.

Vele helden maar ook heldinnen sleepten ze aan uit de meest waanzinnige oorden, vaak met behulp van tovenarij natuurlijk. Aladdin, het straatarme halfweesje, naïef sukkeltje, had nog nooit een edelsteen gezien en baalde toen hij in een grot werd opgesloten en er bomen met schitterende vruchten aantrof. Hij had namelijk vooral honger en het fruit was … van glas! Als hij zich uit de penibele situatie heeft gered en toch maar zijn zakken volgestouwd met dat glas én de lamp natuurlijk, blijkt dat de vruchten de grootste, zuiverste en mooiste edelstenen zijn. En daarmee wint hij niet alleen het hart van de sultan, maar ook van diens dochter.

En neem Sindbad, die midden in een dal met diamanten wordt gedropt; en de vissers die aangespoelde edelstenen vinden, ja er is zelfs een vertelling van een vis die door de grote steen in zijn buik arme mensen rijk maakt. Ook zijn er nog de twee bevriende Abdallah’s, Abdallah van de zee en Abdallah van het land, die bij elkaar op bezoek gaan. Zee-Abdallah showt aan zijn naamgenoot de prachtigste stenen schatten op de zeebodem. Maar Land-Abdallah verlaat in shocktoestand het water omdat ze in de zee geen kleren aan hebben en daarom dat niet Allah vrezende oord zo snel mogelijk wil verlaten..

KANARIES
Om die duizenden verhalen kort te maken, ik verbaasde mij vroeger niet over al dat waardevols dat maar rondslingerde aan de randen van Arabië, Afrika en India. Want, tja, sprookjes. Maar toen ik in het afgelopen jaar de ongekuiste complete versies van de Sprookjes las, zo’n schat van vier dikke volumes, kon ik al die aangespoelde robijnen, smaragden en amethisten toch niet zo plaatsen. Edelstenen en -metalen worden toch gewoon gedolven? Opgedolven uit een hel van diep donkere mijnen, door mensen, badend in bloed, zweet en tranen, met als enige hulp wat kanaries?

Het antwoord kreeg ik pas toen ik op een ontdekkingsreis op het zwarte strand van een Canarische eiland deze week mijn teen stootte tegen een pikzwart poreus brok lava van waaruit een gifkikkergroene vlek me aanstaarde als een oog. En toen ik zelf rondkeek ontwaarde ik in dit maanlandschap piepkleine, losse groene splintertjes tussen de zwarte strandkorrels. Olivijn, peridot, een halfedelsteen. De vulkaan vlakbij braakte ooit uit het diepst van de aarde gloeiende stromen gesmolten zwarte steen in zee waarin kristallisaties plaatsvonden met hemelse kleuren. Turquoise golven deden en doen de rest.

Neem op ontdekkingsreis dus nooit een reisgids mee. Je leest daarin ook niet (noch op het internet trouwens) dat de eilanden ooit Eilanden van Geluk/Fortuin heetten. Dat was nog in de Berber en later de islamitische periode. Parel in de Kroon van het Kalifaat, deze eilanden, op slechts 100 km van Marokko, tot de 16e eeuw, toen Franse, en later Portugese en Spaanse kolonisatoren en reconquistadores en andere gelukszoekers ze ontfutselden.

De oorspronkelijke bewoners zullen hen hard uitgelachen hebben om de naamwisseling. De Gelukeilanden gingen na de doop voortaan Hondeneilanden heten (nee niet van de kanariepietjes dus, die zaten in de mijnen, maar uit het Latijn canariae, oftewel, honden). Deze info haal ik allemaal uit een wetenschappelijk paper, die slechts 71 x is bekeken en nergens is geciteerd. De kolonisatoren vervolgden de moslims of maakten hen tot slaaf. Maar, later, in de jaren dertig arriveerden ze weer, die moslims, onder wie Palestijnen, die het Britse onderdrukkende mandaat ontvluchtten, op weg naar Amerika. Tijdens de doorreis strandden ze op de eilanden, sloten zich aan bij het handjevol overgebleven moslims en zochten er hun schatten en geluk.

Een stuk verder, op een ander strand, staat nu een uitdagende rode kerstboom van plastic. Zo een als Melania heeft. Nog een maand en dan is hij weg. ‘s Avonds lees ik in de Seven Pillars of Wisdom van Lawrence of Arabia hoe hij met het woeste Arabische bedoeïenenleger op kamelen over basalt en lava blokken verder de woestijn intrekt om de Turkse spoorlijnen te saboteren en zo de ondergang van het Ottomaanse rijk te bespoedigen. En de positie van de emirs van het huis van Saoud, Hussein, Faisal en Abdallah te versterken. Alles is vergankelijk. Maar sprookjes en edelstenen het minst.