De ‘haatimam’ bestaat niet, houd er dus over op

Prayer_in_Cairo_1865Wat hebben zwarte Piet en een haatimam gemeenschappelijk? Ze bestaan allebei niet. Het verbaasde me dan ook dat in kwaliteitskrant de NRC de zogenaamde haatimam in een artikel (25 augustus) zelfs twee keer figureerde, zij het dat hij in het eerste geval ingeklemd zat tussen een paar aanhalingstekens.

Want wat is eigenlijk de betekenis van dit woord? Blijkbaar vinden sommige Nederlanders dat er imams zijn die haatzaaien. Wanneer doen die imams dat, wanneer spreken we van haat en wie zijn het allemaal? Tja, de antwoorden daarop zijn vaag. Haatimam is dus niet een definitie, want dan zou het een duidelijke betekenis hebben. Tenslotte is de ene imam de andere niet.

Nee, het woord suggereert dat er een soort of groep imams bestaat, maar zegt meer over de gebruiker van het woord: het geeft gevoelens van afkeer weer.

En daarin steekt het gevaar om het begrip blindelings over te nemen. Ik hoorde het al diverse keren van de tong van Lodewijk Asscher rollen. Laten we vooral kritisch blijven en elkaar niet nawauwelen. Het is namelijk niets meer en niets minder dan een veralgemenisering, een stereotypering en het is discriminerend.

Hoe vaker deze term wordt overgenomen, hoe vaker hij wordt gebruikt, hoe negatiever de connotatie van het woord imam wordt. Uiteraard horen we niemand over de vredesimam.

Als we het dus willen hebben over een imam die opruiend predikt dan moeten we spreken van een imam die opruiend predikt. En dan hebben we het over iemand die veroordeeld is. Want in andere gevallen is hij alleen nog maar verdacht. En dan heet hij A.B. te Z. Ook al bekt haatimam nog zo lekker.

Het woord ‘haatimam’ of ‘haatbaard’ is alleen maar een Wilderaans mantra en komt niet in de Dikke van Dale voor. Dat zou voldoende moeten zijn voor de redactie en een ieder.