Brief aan burgemeester Boot


Zeer geachte mevrouw Boot,

Ik kan niet verwoorden hoe blij ik ben met uw ongehoorzaamheidsactie tegen Minister Leers. Nu u weigert de Afghaanse vader Rafiq Naibzay (al hoeveel ontzettende jaren asielzoeker?) uit te zetten, die voor zijn zieke vrouw en vier kinderen moet zorgen. Ineens krijgen politiek en bestuur weer een menselijk gezicht, dankzij u. En ik weet het, het klinkt oudbakken en oubollig en erg ouderwets, maar ik noem het toch: u gaf ons allen weer een lesje in moraal. Een zaak die Nederland de afgelopen jaren bij het grofvuil heeft gezet.

Nu is de invloed van mijn blogpost uiterst beperkt natuurlijk, maar ik voel me, en ik neem aan u ook, gesterkt door de 10 procent der Nederlandse burgervaders, die zich achter u heeft opgesteld. Er is nog hoop voor Nederland.

Minister Leers u, zoals dat heet, op het matje geroepen. En er komt binnenkort weer een gesprek. Maar om in het vocabulaire te blijven, mevrouw Boot, eerste burger van Giessenlanden (die plaats zal ik niemaals vergeten) haalt u alstublieft geen bakzeil. Alstublieft. Mevrouw Boot, als u nu toegeeft, is het niet-PVV gedeelte van Nederland, dat hunkert naar de terugkeer van menselijkheid, solidariteit en tolerantie, stuurloos. Blijft u dan wat u bent, recht door zee, maar vooral: ons baken.

Met de meeste hoogachting en een strijdbare groet, wens ik u een behouden vaart,

Tineke Bennema