Laatste deel al Ram dagboek

hoofdstraat

(het dagboek dat ik bijhield tijdens mijn bezoek aan Jeruzalem en de West Bank eind oktober verscheen in zijn geheel afgelopen woensdag in Trouw en in delen op mijn blog)

Vrijdag
We moeten vertrekken om 8 uur ‘s ochtends. De taxichauffeur annex Palestijnse neef, belt ons om 7 uur ons bed uit. Pech voor ons: hij leeft volgens de Israëlische tijd, dat wordt dus haasten.
We horen van hem dat Israelische soldaten gisteravond in al Ram hebben geschoten op een Palestijn die met een bulldozer op een Israëlische versperring wilde inrijden. Soldaten zijn lichtgewond, de Palestijn is dood. In 2009 geleden had zijn broer hetzelfde gedaan en ook hij moest zijn actie met de dood bekopen.

Bij de Israëlische controle in de Jordaan vallei moeten we uren wachten in de hitte. Onduidelijk is waarom, we waren de eersten, maar bussen en taxi’s mogen ons allemaal passeren. De soldaten geven geen verklaring. De neef gaat door het lint tegen de zeven soldaten die niets staan te doen. Hij mag er definitief niet meer door met de auto. Gelukkig is er toevallig een ander familielid in de buurt die ons uiteindelijk wel mee naar de volgende Israelische post kan nemen. Maar ook hij wordt tegengehouden door een Israëlitische beveiligingsambtenaar die het kentekennummer heeft doorgekregen. Deze dreigt zijn identiteitskaart in te nemen.

Ik word woest, stap de auto uit en begin te schreeuwen. Na wederzijds gebulder mag de neef zijn kaart houden en mogen wij verder. Mijn zoon zal uiteindelijk de verlenging krijgen van zijn identiteitskaart, inmiddels felbegeerd.