(Verkorte versie gepubiceerd in NRC 9 oktober 2021)
‘De overheidsbemoeienissen dringen steeds verder de scholen binnen. Er dreigen meer en meer gevaren. God make U, Besturen en Personeel, sterk om ook in de toekomst pal te staan voor het Christelijk Onderwijs’, waarschuwde mijn overgrootvader Jacob Strikwerda, medeoprichter van de eerste gereformeerde kweekschool voor Noord-Nederland in Dokkum, in 1911.
Meer dan een eeuw na invoering van de wet voor gelijkschakeling van bijzonder en openbaar onderwijs in 1917, lijkt de schoolstrijd al enkele jaren geleden opnieuw te zijn losgebarsten. Hoewel ik de gereformeerde veren van mij heb afgeschud heb en mijn affiniteit bij de islam ligt, denk ik dat mijn overgrootvader en ik het erover eens zouden zijn dat direct overheidsbemoeienis met schoolcurricula een bedreiging vormt voor het tolerante democratisch bestel. Het net verschenen rapport van de Onderwijsraad (NRC 6 oktober) adviseert directe controle op lesstof en ingrijpen in scholen als het gaat over ondemocratisch lesgeven en discriminatie van lgbt+ groepen.
Duidelijk is dat scholen zich aan de wet moeten houden en dat wetsovertreders gedaagd kunnen worden. Maar de Onderwijsraad zet met dit advies de frontale aanval in op de rechten van godsdienstonderwijs en vrijheid van geweten. Dat gaat zelfs zover dat de overheid scholen moet corrigeren die gescheiden onderwijs geven aan jongens en meisjes.
Vorig jaar laaide de schoolstrijd op toen zowel liberalen als sociaaldemocraten de houding van minister Slob inzake homoseksualiteit en de abjecte bedreigingen van leraren door enkele moslims te baat te nemen om te proberen de vrijheid van bijzonder onderwijs in te perken. Als het aan Klaas Dijkhoff lag was artikel 23 al een veel eerder uit de grondwet gehaald. Lodewijk Asscher sprak laatdunkend over ‘de ideologische hoepel’ waar kinderen die naar christelijke scholen gaan soms moeten springen. Dat is een echo van Wilders’ reductie van (islamitische) religie tot een politieke stroming.
PvdA, VVD, maar ook een liberale partij als D’66, sympathiseren met het idee van een dominerende monocultuur. De Franse laicité, waarbij de overheid religie uit het openbaar leven bant, lijkt bij diverse partijen aantrekkelijk gevonden te worden. De opvatting dat alleen vrijheid van meningsuiting en niet vrijheid van godsdienstuiting centraal staat in Nederland en het gebrek aan kennis over religie in het algemeen, zorgen ervoor dat er maar weinig ruimte overblijft voor het gedachtengoed en leefstijl van gelovige minderheden. Daarbij wordt al dan niet bewust het recht op orthodoxie gelijkgeschakeld aan extremisme.
Natuurlijk mogen bijzondere scholen geen vrijplaatsen zijn voor ideeën die anderen in hun vrijheid belemmeren. Maar het is de taak van een capabele onafhankelijke onderwijsinspectie om dat te controleren, aan de grondwet te toetsen en eventueel aan de rechtbank over te dragen. Niet van een politieke gedachtenpolitie. Ineens lijken de liberalen hun roots vergeten als het gaat om opvoeding zoveel mogelijk in de privésfeer te laten. Honderd jaar geleden won bij hun voorvaderen de verdraagzaamheid het van de afkeer van religie. Ik kan daarom geen vooruitstrevendheid zien in het advies, het is regressief, sterker nog, het zet ons een eeuw terug. En het meet met twee maten; de balans slaat door voor de vrijheid van meningsuiting ten koste van die van godsdienstuiting, juist in een periode waarin vrijheid zo wordt gewaardeerd. Ken uw geschiedenis.
Vergelijk dat met de tijd van de verzuiling, waar ieder binnen elke zuil, zijn ding mocht doen. Ook zonder dol op elkaar te zijn, trouwens.
Nee, het echte gevaar voor onze samenleving schuilt niet in het geluid van de in meerderheid gematigde gelovigen, maar in het groeiend aantal stemmen dat zeer haatdragend is jegens gelovigen uit minderheden. Zij zullen zich gesterkt voelen door dit rapport. Alsof noordwest Europa zelf niet een aberratie is in een religieuze wereld. Alsof openbaar onderwijs de enige weg en waarheid is. ‘De vrijzinnigen nemen de schijn aan, alsof ze een zgn. neutrale school begeren, ter wille van andersdenkenden, terwijl ze zichzelf en eigen richting bedoelen’, aldus mijn overgrootvader in zijn geschrift. Onderwijs lees opvoeding onder strengere controle van de overheid is een pseudo neutraliteit die slechts een kant in het debat vertegenwoordigt. Die opvatting staat ook haaks op een lange Nederlandse traditie van vrijdenken ingezet door Erasmus en Spinoza, die beiden religieus waren bovendien.
De richting unisono onderwijs is een kaalslag voor het denken in ons land, dat zich altijd op de borst klopt vanwege respect voor alle uitlatingen in de samenleving. ‘Religies zijn uitdrukkingen van de gezonde menselijke intuïtie dat er iets bestaat voorbij het zijn, zoals wij dat in dit leven ervaren.’ zegt de grote Amerikaanse schrijfster Marilynn Robinson.
Het geloof maakte deel uit van mijn overgrootvaders identiteit en het confessioneel onderwijs was essentieel voor zijn nageslacht, vond hij. En zo denken gelovigen daar een eeuw later nog steeds zo over. Respecteer die overtuigingen. Toon vertrouwen in de burger in plaats van wantrouwen. En vertrouw op de eigen inspectie, als het mis gaat. Ontkerkelijking heeft niet geleid tot minder religiositeit, er is nog steeds een grote behoefte aan zingeving. Houd het onderwijs kleurrijk. Zorg dat kinderen overtuigingen mee krijgen zodat ze later kunnen kiezen. Uit niets valt niet te kiezen. Mijn kinderen zijn naar een islamitische basisschool geweest en een katholieke middelbare. Wij vonden confessioneel onderwijs belangrijk. Aan hen is nu de keuze. Bescherm de minderheden. En de godsdienst. Nog even en het is een vies woord in Nederland.
Toen in 1917, na de oorlog en middenin de Spaanse griep pandemie, openbaar en bijzonder onderwijs dezelfde status en bekostiging kregen, voelde dat voor gelovigen als een genoegdoening. Mijn overgrootvader zou het ‘Christelijk onderwijs liefhebben met heel zijn hart’, want zo ‘opvoeden is het overplanten van hemelsche bezieling.’religiositeit, er is nog steeds een grote behoefte aan zingeving. Houd het onderwijs kleurrijk. Bescherm de minderheden. En de godsdienst. Nog even en het is een vies woord in Nederland.