Op facebook werd ik overspoeld met reacties na mijn vorige blog Wijlen de Weigerambtenaar. Allemaal doorwrochte, serieuze en goed onderbouwde reacties, maar ook fel. Nogmaals, laat ik voorop stellen dat ik overtuigd voorstander ben van het homohuwelijk. In eerste instantie was ik vooral verbaasd, maar ik begrijp dat de opwinding deel uitmaakt van een patroon onder voor linkse hoogopgeleiden. Hoewel ik hun meningen waardeer en ook respecteer, maak ik mij ondertussen ook ernstig zorgen over de teneur ervan.
Misschien komt dat doordat ik lang in een land heb gewoond waarin zowel de christelijke, islamitische als joodse godsdienst een prominente plaats in het dagelijks leven en in de overtuiging van mensen inneemt. Nog belangrijker dan de praktisering in het Midden-Oosten is dat godsdienst een manifest verschijnsel is dat daar door alle gelovigen werd geaccepteerd. Juist dat laatste ontbreekt vind ik in Nederland. Sterker nog: veel seculieren stellen zich zeer intolerant op ten opzichte van gelovigen.
De redenering van mijn vrienden is als volgt: de wet is duidelijk, homohuwelijk is vastgelegd, dus een (neutrale) ambtenaar is verplicht de maatregelen van de overheid uit te voeren. Hij mag zijn eigen mening niet laten prevaleren, net zo min als een belastingadviseur iemand de hand boven het hoofd mag houden als hij hem zielig vindt. Of als je als werknemer in een bedrijf iets anders mag doen dan de baas wil.
Wat mij vooral opviel is dat de bezwaren van de weigeramtenaar worden opgevat als ‘meninkjes’ waar hij maar over heen moet stappen. En hierin zit volgens mij de crux, seculieren beschouwen het geloof tegenwoordig als een zoveelste opinie. En inderdaad, als je jodendom, christendom en islam ziet als een opvatting over het leven en meer niet, dan is de gevolgtrekking dat daarin geen hiërarchie is en de minderheid zich moet neerleggen bij een meerderheids standpunt. Bovendien: die ideeën zijn niet meer van deze tijd, en achterhaald, is het idee. Het ligt angstwekkend dichtbij de opvatting van de PVV dat islam een politieke ideologie is. Want het dedain van links voor religie neem bijna groteske vormen aan.
De laatste jaren zijn allerlei godsdienstenuitingen onder druk komen te staan, met dank aan links. Ik wil er hier graag op wijzen dat het GroenLinks voorvrouw Halsema was die vond dat islamitische vrouwen hun hoofddoekjes moesten ‘afslingeren’. In de Tweede Kamer was er dankzij links ook een meerderheid tegen het dragen van de burqa’a en tegen het onverdoofd ritueel slachten. Nu hadden we het afschaffen van weigerambtenaren wederom te danken aan een monsterverbond van links en de PVV. Mogelijk breekt er binnenkort ook weer discussie los over jongensbesnijdenissen.
Maar wat over het hoofd wordt gezien is dat het niet voor niets is dat twee fundamentele, afzonderlijke mensenrechten apart worden genoemd in de Verklaring van de Rechten van de mens: die van vrijheid van opinie en het ‘right to freedom of thought, conscience and religion’, waarbij geweten wat mij betreft centraal staat. En het toont maar weer aan dat het zeer actueel is om de vrijheid van godsdienstuiting niet uit onze grondwet te schrappen. Juist dat is geen progressie en liberalisme, maar behoudendheid, voortkomend uit extreem individualisme, dat gericht is op individuele autonomie en geen grenzen duldt. Grenzen die worden gesteld door traditie, geloof en gemeenschap.
Maar meer nog dan het debat juridisch uit te vechten, stel ik voor dat we als maatschappij grondig nadenken over ons respect voor religie en andersdenkenden. Ik vind dat de Tweede Kamer een leidende rol moet gaan spelen in dit debat, dat nu van hype naar hype loopt. Ooit was ons land een coalitie van minderheden die elkaar respecteerden. Het wordt tijd dat religie haar plaats in de samenleving terug krijgt, als gewaardeerde minderheid. En laten we vooral ook pragmatisch zijn in onze opstelling ten opzichte van gelovigen: daar waar er lustig getrouwd kan worden, hoeft een ambtenaar met gewetensbezwaren alleen maar zijn plaats te laten innemen door iemand die er wel blij van wordt. Niemand geschaad. Al was het maar om de religieuze minderheid te beschermen tegen wat trekken begint te vertonen van de dictatuur van de seculiere meerderheid.
(verkorte versie verschijnt in Trouw op 22-11-2011)
Heel goed Tineke. (Anja Meulenbelt attendeerde me op je column.) Waar denk ik de schoen wringt is dat het evenwicht zoek is. Vroeger hadden we de dictatuur van (meestal één soort) gelovigen, nu dreigt de ene dictatuur door de ander te worden vervangen. In een samenleving waarin iedereen minderheid is, houdt het zichzelf vaak (niet altijd, getuige Syrië) in evenwicht. In een werkelijke democratie komen alle minderheden tot hun recht. We neigen nu naar een dictatuur van de seculiere meerderheid. Dat is even arrogant als de allesbepalende invloed van een religie, want secularisme is ook maar een ‘meninkje’.
Ik ben het met je eens dat je respect moet hebben voor elke geloofsovertuiging. Althans tot bepaalde hoogte. Want als die overtuiging bepaalt dat ik op zondag niet mag zwemmen dan kan ik dat wel respecteren maar niet waarderen. Ik mis nog iets in je verhaal. Namelijk wat je er van vindt dat wij als land toestaan dat een groep ambtenaren weigert homosexuelen te trouwen. Dat vind ik ten aanzien van die homosexuelen een volstrekt verkeerd signaal. Ik denk dat we daar best stelling tegen mogen nemen. Zoals ik op facebook al zei: trouwambtenaar zijn is een bijbaantje waar je heel bewust voor kiest. Als je dan groepen uit sluit moet je dat werk niet doen.
Jan, moet een arts die geen abortus wil plegen vanwege gewetensnood dan ook de laan uit? In Nederland kunnen homo’s trouwen, dat ligt vast en aan dat feit zal geen weigerambtenaar twijfelen of tornen. Die weigerambtenaar doet zich niet voor in enorme groepen, Jan. Laten we elkaar een beetje ruimte geven. Zie ook de reactie van Hendrik-Jan.
Beste Tineke, ik ben het volkomen eens met je column. Het dédain van links voor religie neemt inderdaad groteske vormen aan. Het wordt tijd dat we als samenleving in alle ernst na gaan denken over het respect voor religie en andersdenkenden.
In de media lijkt het wel alsof er een seculiere meederheid bestaat. Toch is dat optisch bedrog. Volgens het onderzoek van Joep de Hart, dat in mei dit jaar werd gepubliceerd onder de titel “Zwevende gelovigen – over religie en nieuwe spiritualiteit”, is maar 14% van de Nederlandse bevolking atheïst, d.w.z. dat zij zeker weten dat er geen God in welke vorm dan ook bestaat. Bijna 40% is lid van een kerk, terwijl ongeveer een kwart van de Nederlanders geen kerklid is, maar wel geïnteresseerd is in spiritualiteit. Verder is er nog een groep agnosten, die het bestaan van God niet uitsluiten, maar er ook niet veel over nadenken.
Van de atheïsten is (schat ik) zo’n 2% militant, d.w.z. dat ze gelovigen en spirituelen actief bestrijden. En juist de leden van die kleine groep zijn meestal aanhangers van linkse partijen. Opiniemakers horen ook vaak bij die laatste categorie. Dat is volgens mij de reden voor dit optische bedrog, al staat het voor jongeren ook wel stoer om zich tegen religie en spiritualiteit af te zetten; dat geeft hun een nuchter no-nonsense imago. Bovendien kunnen ze zich dan lekker afzetten tegen hun (groot)ouders. Altijd prijs.
Hendrik, ja, voor individuele zingeving is veel belangstelling en aandacht, maar de collectieve belevenis en de tradities worden overboord gegooid (ik hoor mezelf praten :-), het komt ook denk ik omdat jongeren geen enkel idee meer hebben van religie en geloof, omdat hun ouders hun helemaal niets meer mee geven op dat gebied, in die zin kan je het ze niet helemaal kwalijk nemen. En op scholen zijn vakken als levensbeschouwing een soort theoretische oefening die ver van de belevingswereld van jongeren af staat. Ik vind het een groot gemis en vreselijk jammer dat daarmee ook veel cultuur en geschiedenis verloren gaat, het valt al te merken aan het verschil tussen mijn generatie en die van mijn ouders, die de hele bijbel uit hun hoofd kennen. Ik zou graag willen meedenken over hoe dit anders zou moeten in onze samenleving, maar vrees dat die secularisatie niet echt meer is terug te draaien.
hartelijke groet,
tineke
Tineke, dat is inderdaad de kern: voor individuele zingeving en spiritualiteit bestaat wel veel belangstelling, maar de geïnstitutionaliseerde religie is uit de gratie, zeker bij jongeren. Van iemand, die bij de burgerlijke stand werkt, hoorde ik net dat er bijna geen kerkelijke huwelijken meer worden gesloten. Van geloofsoverdracht aan de kinderen is dan natuurlijk helemaal geen sprake meer.
Ik merk het ook aan de reacties op mijn artikelen. Als ik een stuk schrijf over bv. reïncarnatie, zijn de reacties lauw of positief. Het is spiritueel, dus o.k. Plaats ik een artikel over het Judasevangelie of over de rol van de vrouw in de bijbel (puur beschouwelijk , niet om te evangeliseren), dan krijg ik al gauw naar mijn hoofd geslingerd “Geloofsuitingen horen hier niet thuis, je probeert ons te bekeren!” Over elk onderwerp mag je schrijven tegenwoordig, maar als het christelijk of religieus is, moet je volgens sommigen zo snel mogelijk oprotten, want dan ben je nog een soort grotbewoner uit antediluviale tijden.
Ik vind zoiets echt niet meer kunnen. Die houding moet ook benoemd en aangepakt worden. Het staat heel zelfstandig en onafhankelijk om alles, wat niet tastbaar en natuurwetenschappelijk bewijsbaar is, te ontkennen en er hard op af te geven, maar ik vraag me vaak af of dit misschien niet meer dan een houding naar buiten toe is, zoals sommigen in kleding van een bep. merk lopen om ergens bij te horen. Stiekem lezen ze ondertussen horoscoopblaadjes of misschien wel Happinez of de artikelen op niburu.nl… 🙂
Hartelijke groet,
Hendrik.
[…] 2 keer toe heb ik deze reactie onder de column van Tineke Bennema ( http://www.tinekebennema.nl/blog/dictatuur-der-seculiere-meerderheid/ ) proberen te plaatsen, telkens weer verwijderd. Mijn vraag is dan ook wel wie is er hier nu niet […]