Terwijl de hele wereld klaar staat Japan te hulp te schieten na de aardbeving en tsunami, blijven de VS en Europa aarzelen om het Libische volk te steunen. Via Facebook ben ik contact gekomen met Nederlandse Libiërs, die de westerse aarzelingen om hulp te bieden aan het Libische volk niet begrijpen. ‘Het bloed van het Libische volk is niet veel waard’ schrijft Kaussar, getrouwd met een Libiër, en zegt dat er naar schatting zeker al tienduizend mensen zijn gedood door het leger van Khadaffi.
Ik spreek met Mohammed Khattal, die in 1998 naar NL kwam waar hij asiel kreeg omdat hij vervolgd werd voor politieke activiteiten. Waar Europa verdeeld blijft en aarzelt is hij zeer gedecideerd:
‘’Europa moet direct de moedige stap van de Franse president Sarkozy overnemen en de Arabische Liga om de Libische overgangsraad te erkennen. Onmiddellijk. Het is de enige vertegenwoordiging van het Libische volk op dit moment. In de tweede plaats moet de EU per direct een no-fly zone instellen. Dat kon tegen Saddam, ik zie niet in waarom dat nu niet zou kunnen. Tenslotte moet het westen voedsel en medicijnen sturen naar het oosten van Libië. Dat kan zonder problemen per schip naar de haven van Benghazi, dat bevrijd is, of vliegtuig.
Als die drie zaken worden uitgevoerd, zal dat een grote opluchting betekenen voor het volk, dat het heeft te zwaar heeft te verduren. Er is geen tijd voor overwegingen en aarzelingen, Khadaffi voert een massamoord uit. Hij heeft gezegd dat hij Libië heeft gemaakt, en als het moet hij het ook zal vernietigen.’’
Maar Khattal waarschuwt ook. ‘Sommige landen in Europa denken nu alleen aan hun eigen belang: de olievoorraden in Libië. Ze zijn er niet zeker van of Khadaffi wel zal worden verdreven en ze weten niet of ze zaken kunnen doen met een eventuele opvolger van Khadaffi. Met een regering die misschien islamitisch of communistisch wordt. Op hun beurt willen de VS geen eenzijdige actie. En Groot Brittannië steunt hen altijd door dik en dun.
Maar eerlijk gezegd, Frankrijk is de enige die ons niet in de steek laat en dat zullen we niet vergeten. Landen die nu stappen ondernemen, die ons helpen in moeilijke tijden, kunnen later rekenen op de eerste contracten op het gebied van olie en infrastructuur. Voor wat hoort wat hè? Anders zullen we hen later passeren.’’
De meeste familieleden van Mohammed Khattal wonen in Benghazi. Vanmorgen heeft hij nog gebeld met zijn neef, zijn familie is voorlopig veilig in deze stad die in handen is van het volk. Maar hij heeft ook een zwager en twee vrienden in Zawiya. Zij zijn omgekomen toen de luchtmacht van Khadaffi de stad vorige week plat bombardeerde. Khattal is van plan met zijn gezin terug te keren naar Libië als het bevrijd is.