(Gepubliceerd in Brabants en Algemeen Dagblad 11 november 2023)
Demissionair premier Rutte probeert met Engeland en Frankrijk een schip met hulpgoederen naar de belegerde Gazastrook te sturen. Maar vrijdag wacht hem een pittig gesprek met hulporganisaties die eisen dat hij zich vanwege de humanitaire catastrofe voor een staakt-het-vuren beijvert. Anders zullen ze weigeren nog geld aan te nemen. Het is zeer de vraag of Rutte daar op in zal gaan. Het idee van het schip met hulpgoederen past in de jarenlange strategie om de bezetting acceptabel te maken voor de Palestijnen en tegelijkertijd een politieke oplossing uit de weg te gaan.
Westerse diplomaten en hulpverleners die tot voor kort de Gazastrook in wilden, kozen doorgaans het noordelijke Erez Checkpoint aan de Israëlische grens. Israëlische soldaten controleerden daar documenten en bepaalden wie over de halve kilometer niemandsland verder mocht naar het volgende checkpoint, van de Palestijnse Autoriteit (PA). Als deze akkoord was, dan kon de reis voortgezet naar het laatste checkpoint, die van Hamas. Dat de PA als liaison diende, kwam doordat Israël geen officiële contacten met Hamas onderhield.
Hamas ging in het westerse diplomatieke jargon de ‘de facto autoriteit’ heten, want de naam ‘Hamas’ kon niet worden gebruikt. Zo bleven beweging en bezetting wel in tact. Om niet direct met Hamas zaken te doen, werden er net als bovenstaand voorbeeld creatieve omwegen bewandeld om toch controle te houden over contacten en in- en uitvoer.
Aanvankelijk steunde Israël Hamas na de oprichting in 1987 tegen de rivaliserende Fatah partij. Hamas kwam in 2007 aan de macht nadat het democratische verkiezingen won in 2006, omdat de inwoners van Gaza gefrustreerd waren over het uitblijven van vrede en uit onvrede met de door het westen gesteunde PA. Fatah was dominant binnen de PA en weigerde na de verkiezingen het bestuur over te dragen (lees: lucratieve baantjes op te geven), waarna Hamas tenminste 600 tegenstanders vermoordde. Daarna en vanwege terreurdaden stelden de VS, Israël en Europese landen een boycot in tegen het regime, waaronder vooral de bevolking leed. Palestijnen kwamen aan het infuus te liggen van de UNRWA (VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen), met noodhulp voor uiteindelijk 80 % van de bevolking, voor een groot gefinancierd door het westen. Toch doorbraken al in 2008 hongerende Palestijnen de grenspost Rafah om eten te zoeken.
Israël, dat formeel de verantwoordelijkheid over de strook heeft als bezettende macht, ook nadat het zich in 2005 terugtrok, controleerde nauwgezet alle goederen die via Egypte de strook binnengingen. En bepaalde welke niet naar binnen mochten, van chips tot cement. Ook over de toevoer van hoeveelheden brandstof, elektriciteit, water, van telecommunicatie, besliste Israël.
Netanyahu sloot na 2005 de grenzen hermetisch af. Voor de Hamasovername was het al moeilijk voor Gazanen zonder een speciale Israëlische vergunning de strook te verlaten. Nu werden uitzonderingen gemaakt voor slechts enkele duizenden mannen die in Israël mochten werken en voor mensen met een medische verklaring en permit. Hamas leverde daarvoor de lijsten met namen aan Israël aan, weer via de Palestijnse Autoriteit. De VN en medische organisaties bemiddelden over permits van mensen die bijzondere zorg buiten de strook nodig hadden en hielpen bij het overbrengen van patiënten van Palestijnse ambulances naar Israëlische.
Na de oorlog tussen Israël en Gaza in 2014 kwamen de VS, VN, Qatar en Israël achter de schermen overeen dat de emir van Qatar maandelijks 30 miljoen dollar zou overmaken aan de ‘de facto authority’. Om ineenstorting van het regime te voorkomen. Een derde deel was bestemd voor de aankoop van brandstof, een derde voor de salarissen van dokters, ambtenaren, onderwijzers en de rest arme families ten goede kwam. Israël heeft formeel geen banden met Qatar en het verzoek kwam uit Washington. De emir stond ook de vestiging van het politiek bureau van Hamas in de hoofdstad Doha toe.
De inwoners van Gaza werden steeds meer afgeknepen en raakten getraumatiseerd in hun kooi, met een bevolkingsgroei die door de armoede explodeerde. Netanyahu zei in 2016 al dat Israël zich met nog betere hekken wilde beschermen tegen ‘wilde beesten’ doelend op Arabieren. Ondertussen bouwde de beweging gestaag aan een staatsstructuur met ministeries, scholen, medische instellingen, steunend op veiligheidsdiensten die critici arresteerden, martelden of executeerden. Hamas verbood Palestijnen te dansen en zingen, meisjes mochten vanwege zedelijkheid niet meer paardrijden. Het bouwde verder aan een leger dat door Israël wordt geschat op rond de 20.000 man en volgens Hamas bestaat uit 50.000 strijders. Het bouwde tunnels en trainde ’s nachts. Er volgden ook lange periodes van relatieve kalmte, tussen oplaaiende oorlogen door, omdat Israël en Hamas staakt-het-vuren overeenkwamen. Uiteraard niet direct, maar via bemiddeling van Egypte met name.
Jaren heeft Hamas zich zo kunnen ontwikkelen terwijl het westen het aan de ene kant boycotte en aan de andere kant net in leven hield, al was het immuun voor het leed van de bevolking dat het afkocht. Mede door de westerse isolatie, toen bleek dat alle diplomatieke deuren gesloten bleven, zag Hamas geweld als enige uitweg uit de misère.
De hulporganisaties nu staan volkomen in hun recht om straks de financiele bijdrage van de regering te weigeren als deze weer tegen een staakt-het-vuren zou stemmen. Sommige Palestijnen hebben al gezegd alleen materiele hulp niet meer te willen aanvaarden.
De Palestijnse zoon of dochter, broeder, neef van een omgekomen strijder of burger, zal de strijd voortzetten. Palestijnen hebben niets anders meer te verliezen, behalve hun eer. Zeker met het vooruitzicht dat straks uit de rookwolken van het totaal in puin geschoten gebied meer en meer eindeloze rijen witte tenten opdoemen, herinnerend aan de Nakba van 75 jaar geleden. Tenten die weer zullen worden gefinancierd en geleverd door voornamelijk het westen als aflaat voor om politieke besluiten uit de weg te gaan en beide kanten tot concessies te dwingen.