(Gepubliceerd in Trouw 28 november 2023)
Op 29 november 1947 nam de kersverse Verenigde Naties het Verdelingsplan voor Palestina aan. Een half jaar had een voorbereidende commissie, waar ook Nederland deel van uitmaakte, onderzoek gedaan in Palestina en was tot een salomonsoordeel gekomen: het kind moest worden opgedeeld. En zo geschiedde. Want in tegenstelling tot koning Salomon, zag de commissie nu wel gerechtigde gronden aan beide kanten het oordeel fysiek uit te voeren. 76 jaar verder kunnen we constateren dat de opdeling een kardinale blunder was. En de hoogste tijd voor een totaal ander plan. Als de oorlog voorbij is zal het jaren duren voordat de Gazastrook weer leefbaar is. 2,2 miljoen mensen moeten een plek krijgen op het voormalig grondgebied van Palestina.
Interessant is te zien dat de commissie slechts uit elf leden bestond. Voor Nederland namen twee carrièrediplomaten deel, dr. Nico Blom en mr. A.I. Spits, van wie Blom het koloniaal bestuur in Nederlands-Indië goed kende. Aan onpartijdigheid en deskundigheid werd toen al getwijfeld. Opvallend is dat er geen consensus was over het plan van opdeling: India, Iran en Joegoslavië, wilden een federatief model. Slechts zeven leden in meerderheid westers, Canada, Tsjechoslowakije, Guatemala, Peru, Zweden, Uruguay en Nederland bepleitten de verdeling.
Palestijnen waren mordicus tegen een deling op het grondgebied dat zij als het hunne beschouwden. Zij vormden bovendien een overgrote meerderheid van 1,5 miljoen Palestijnse moslims en christenen tegenover 650.000 joden en hadden veel meer grondbezit. Joden waren voor; zij wonnen van niets een land. Maar door de grote vijandigheden die waren ontstaan onder het Engels Mandaat, was het niet meer mogelijk om een federatie te vestigen, vond de commissie. Zij voorzag wel in een economische eenheid. Het plan leidde direct tot oorlog, joodse leiders stelden het plan Dalet op om meer grond dan hun was toegewezen met geweld toe te eigenen. Nog voor de vestiging van de staat Israel, in april 1948, richtten zij het bloedbad in Deir Yassin aan. En Palestijnen verzetten zich ook met geweld.
Het plan zal nooit werken, omdat over elke centimeter grond gevochten wordt. Het salomonsoordeel pakte verkeerd uit, beide moeders zijn bereid het kind en hun familieleden ervoor op te offeren. De vraag wie er begonnen is met het gevecht, wie de grootste dader is en wie het grootste slachtoffer is nu irrelevant.
Van zowel Hamas als Israël komen nog steeds verklaringen dat ze de oorlog aan het winnen zijn. Volgens Hamas leider Ghazi Hammad was 7 oktober slechts de eerste slag om de bezetting te beëindigen. De Israëlische defensieminister Gallant heeft met zijn totale belegering van de strook elke inwoner tot doelwit gemaakt. De Gazastrook is inmiddels door UNICEF bestempeld als de onveiligste plaats ter wereld voor kinderen. Zonder druk van buitenaf zullen zij zich doodvechten en nog vele slachtoffers maken. Winnaars worden zij nooit.
De CIA waarschuwde in 1947 voor de onuitvoerbaarheid van het plan dat geen steun had van de Arabische wereld noch van terroristische joodse groepen Irgun en Lehi (van de latere premiers Begin en Shamir). Het wordt tijd dat de wereldgemeenschap, en met name het westen de fouten herstelt en partijen om de tafel dwingt om een nieuw plan te bedenken dat acceptabel is voor allen. Een binationale staat, of een federatie bijvoorbeeld met open grenzen, naar Europees model. Waar Palestijnen en Israeli’s door elkaar wonen, maar stemmen voor hun eigen natie. En met internationale garanties.
Daarbij heeft Nederland een grote verantwoordelijkheid als een van de architecten om dit impopulaire besluit goed te maken aan de tekentafel. Ook een nieuwe regering die bar weinig sympathie kan opbrengen voor moslims, moet inzien dat deze oorlog alleen maar ‘verlies’ betekent, zoals de paus het omschreef, ook voor het bevriende Israël en voor ons eigen land. Want het niet oplossen van het conflict is een ‘bedreiging voor de wereldvrede’, stelde de commissie met vooruitziende blik.
Zahir Muhsein van het uitvoerend Comité van de PLO, zei tijdens een interview in 1977 met het Amsterdamse dagblad Trouw: “Het Palestijnse volk bestaat niet. De oprichting van een Palestijnse staat is slechts een middel om onze strijd voort te zetten tegen de staat Israël voor onze Arabische eenheid. In werkelijkheid is er vandaag geen verschil tussen Jordaniërs, Palestijnen, Syriërs en Libanezen. Alleen om politieke en tactische redenen spreken we heden over het bestaan van een Palestijns volk omdat de nationale Arabische belangen vereisen dat we het bestaan poneren van een afzonderlijk ‘Palestijns volk’ om zich te verzetten tegen het zionisme.”
Arafat zelf beweerde bij vele gelegenheden precies hetzelfde. In zijn geautoriseerde biografie zegt hij letterlijk, “Het Palestijnse volk heeft geen nationale identiteit. Ik, Yasser Arafat, een man gekozen door het lot, zal ze die identiteit schenken door het conflict met Israël.”
Beste Eddie,
Het lijkt me geen uitputtend en representatief onderzoek onder de Palestijnse bevolking.
En dat weet u ook.
met vriendelijke groet,
Tineke