(Gepubliceerd in Volkskrant 2 januari 2024)
Is het niet vreemd als je bedenkt dat tekentjes die steunen op pootjes, gedrukt op papier van enkele millimeters dik zich in je brein omvormen tot driedimensionale beelden? En die weer tot inkijkjes in de psyché van mensen, in gebeurtenissen van vroeger, nu, maar ook in de toekomst. Wie schrijft die blijft, maar wie leest die voelt.
Veel wat geschreven wordt bestaat naast letters ook uit ook cijfers. En die creëren juist afstand tot wat een mens is en maakt. 21.000 Palestijnse en 1200 Israëlische burgerslachtoffers. 8000 gedode Palestijnse kinderen. 30.000 Hamasstrijders. 350.000 Israëlische reservisten. 250 gijzelaars. 3 door het Israëlische leger gedode gijzelaars. 0 bevrijde. De individuele mens wordt hier platgeslagen op het aambeeld tussen letter en papier (scherm) door slechts twee kenmerken: hij is deel van of Palestina of Israël en is onderdeel van een telling door andere mensen. Afhankelijk van wie je aanhangt krijgt de persoon in de Palestijnse of Israëlische groep het predicaat ‘vijand’ en waarschijnlijk ook ‘bloeddorstig’ mee.
Na bijna drie maanden onverdraaglijke actualiteit met dagelijks grootschalig bloedvergieten en mijn groeiende verontwaardiging over de onmacht van de weldenkende en humane wereld dat te stoppen, had ik behoefte aan een andere kijk op het conflict. Ik wilde af van de zwart wit beelden van vijand tegenover vijand zoals we die in die cijfers zien. En door naar de vraag wat maakt dat individuen in politieke fata morgana’s geloven die ten koste gaan van hun individuele empathische gevoelens voor een ander mens.
Ik zocht de persoonlijke stem in het conflict en kwam uit bij de literatuur, een van mijn lievelingsschrijvers Amos Oz en de Palestijnse schrijver Ghassan Kanafani, die 50 jaar nadat hij door de Israëlische geheime dienst werd opgeblazen in zijn auto, furore maakt met een zeer actuele roman: Mannen in de zon.
Van Oz las ik eerder zijn verpletterende roman Een verhaal van Liefde en Duisternis over zijn jeugd in het Jeruzalem onder de Engelsen en de zelfmoord van zijn moeder. Nu liet ik me meeslepen in de wereld van verraad, zijn boek, Judas, dat zich ook gedeeltelijk afspeelt tijdens het Mandaat Palestina. De vader van een jonge weduwe was een vooraanstaand denker die pleitte voor samenwerking tussen de joodse en Palestijnse gemeenschap. Voor zijn ‘verraad’, de joodse leiding geloofde niet in vrede met Arabieren, maar slechts in eeuwige strijd tegen hen, werd de vader omgebracht. Zijn weinig heldhaftige schoonzoon vindt daarentegen dat hij mee moet vechten voor de joodse gemeenschap en wordt door Arabische milities vermoord en gecastreerd, welke volgorde is niet duidelijk. De weduwe, haar schoonvader en een inwonende student zijn niet in staat tot het aangaan van een relatie door de trauma’s. Dat laatste is ook een thema van Oz’ verhalenbundel Onder Vrienden over het lezen in een kibboets. Ze dragen allemaal littekens met zich mee die hen verminken in hun normale contacten. Je krijgt medelijden met ze, maar doordat Oz ook de spot met hen drijft kan je ook om hen lachen. ‘En Emmanuel Gloezman, de stotteraar, riep enthousiast uit: ‘O-o-oorlog. He-heel goed. W-W-Wij gaan w-w-winnen en v-v-veroveren het land t-t-tot aan de J-j-jordaan.’ Je herkent de gevoelens van angst, schaamte, zelfs in situaties waarin je nooit verwijld bent geraakt.
Precies hetzelfde overkwam me bij het tot mij nemen van Kanafani’s Mannen in de Zon. Drie Palestijnse mannen proberen aan de armoede, de politieke verdrukking en vernedering te ontkomen door een hachelijke reis naar Kuwait te ondernemen voor werk. Een louche mensensmokkelaar wil hen wel vervoeren in een lege watertank van zijn vrachtwagen. Deze chauffeur, die ook een castratie onderging in gevangenschap en niet durft te trouwen, heeft maar een doel en dat is geld verdienen. Op hun beurt hebben de mannen allemaal veel meegemaakt door de Israëlische bezetting, het niet kunnen zorgen voor hun gezin door armoede, de ontmenselijking. Door het tragikomische gestuntel van het drietal mee te beleven leer je je ze toch begrijpen en ga je van ze houden.
Deze boeken dragen de thema’s van de actualiteit in het Midden-Oosten: geweld, onderdrukking, verzet, angst, vernedering. Natuurlijk kennen we de traumatische achtergronden die de volkeren troffen: een onleefbare bezetting waarin overheersers Palestijnen reduceren tot een moloch armoe zaaiende, getraumatiseerde mensen zonder waardigheid, en het andere, getraumatiseerd joodse volk dat bijna uitgeroeid werd door Europeanen en naar veiligheid hunkert.
Maar veel meer dan het nieuws dat we dagelijks lezen maken de boeken de veelzijdigheid van de actoren duidelijk. Ze zijn niet eendimensionaal goed of fout, bloeddorstig of vredelievend, aardig of verachtelijk. Nee, het zijn allemaal aarzelaars, ze denken lang na over hun handelingen. Door hun trauma’s en groepsdruk worden ze tot zaken gedwongen die ze eigenlijk niet willen. Maar allemaal wensen ze vooral de vrijheid, vrij zijn van alle beslommeringen, ellende, oorlog, vervolging, minderwaardigheid. Het maakte dat ik hen vooral als gekwelde personen zag, die worstelen met universele problemen. In hun positie zou je hetzelfde doen. Met hun gehannes troosten ze, de hele maatschappij bestaat uit gemankeerde personen die meestal tevergeefs proberen hun juk af te werpen in een zoektocht naar geluk en die vragen om compassie.
Sociologen, letterkundigen, psychologen hebben er allemaal op gewezen dat mensen die lezen beter communiceren en meer inlevingsvermogen hebben. Noodzakelijkerwijs zet je belangrijke delen van jezelf opzij, stel je je open en stap je in een wereld van een ander.
‘You never stood in that man’s shoes/ Or saw things through his eyes’, zong
Elvis. Maar lees eens literatuur in plaats van nieuws en
je krijgt meer begrip voor mens en drijfveren. De afkalvende leesvaardigheid
van jongeren is daarom des te zorgwekkender: naast kennisverlies zullen zij
minder empathie voor anderen kunnen opbrengen.