Gisteren bekeek ik de theatervoorstelling ‘Daar werd wat groots verricht’ van Diederik van Vleuten op dvd en was zoals alle Nederlanders die het en masse zijn gaan bekijken zwaar onder de indruk.
Maar daarover zo meer. Ik moest denken aan een oude dame die ik ontmoette tijdens een bijeenkomst van een linksige partij waar ik kortstondig mee flirtte (het had iets te maken met Kunduz en een politiemissie, meer woorden hoef ik er niet aan vuil te maken). Ze vertelde dat haar man, toen hij nog leefde altijd naar deze linkse partij ging, want hij had lang in NLs-Indie en Afrika gewerkt, in de olie, en was altijd zeer geinteresseerd geweest in de minder bedeelde medemens.
Dat gaf aanknopingspunten, ik vertelde van mijn grootvader, die inspecteur van politie was in NLs-Indie, uiteraard voor WOII en zei in een moeite door dat ik niet bepaald trots was op hetgeen hij daar met de minder bedeelde bruine medemens uitspookte.
Hoewel ze al in de tachtig moet zijn geweest, schoot ze als door een wesp gestoken omhoog uit haar stoel en riep meer dan ze zei: ‘Nou, maar we hebben daar zoveel goed werk verricht, ik wil niet hebben dat er weer zo’n verhaal over ons kwalijk verleden wordt opgehangen.’ Ik sputterde nog wat tegen, maar uiteindelijk zaten we een beetje bozig en gelijkhebberig aan dat tafeltje. Totdat ze opgehaald werd door haar chauffeur.
De kracht van Van Vleutens voorstelling is, en hier steek ik mijn hand in eigen boezem, dat hij de Indie-gangers,, kolonialen, militairen, avonturiers, en echtgenoten met baboes, djongos etc allemaal in hun waarde weet te laten, zonder voorbij te gaan aan onze niet zo fijne koloniale rol. Met een geweldig mengsel van humor, respect, betrokkenheid, en toch relativerend vermogen, loodst hij ons door een eeuw vaderlandse geschiedenis. Zonder kool en geit te sparen. En het geheel heel tastbaar gemaakt, ik rook en hoorde de tropen in mijn huiskamer. Ik denk nu dat ik die aristocratische dame anders zou hebben bejegend.
Dat zoveel Indie-gangers en hun kinderen door de voorstelling geraakt worden, komt vooral door het feest van de herkenning. Door zijn verhaal kwam het verhaal van mijn grootvader weer helemaal tot leven. De filmsterren en stoere tropenmannen foto’s, de brieven, de documenten, de kampverhalen, de meeste Indie-gangers hebben ze ook allemaal. Hoewel elke biografie anders is, zet hij met zijn verhaal van zijn oudoom Jan en Aukje tegelijkertijd algemeen historische kaders neer, zodat bij iedereen al die herinneringen tot leven worden gebracht. Het greep me af en toe naar de keel, maar ik moest ook keihard lachen. Ik kan me goed voorstellen dat mensen diverse keren naar het stuk zijn gegaan. Van Vleuten heeft een een collectieve (her)belevenis van deze episode in onze geschiedenis mogelijk gemaakt. Van prachtige, gruwelijke, grootse, benepen en indrukwekkende avonturen.
En ook Adriaan van Dis heeft blijkbaar dezelfde gevoelige snaar weten te raken met zijn Indie documentaire, waarvan de eerste aflevering 1 miljoen kijkers trok. Zondag deel 2. Stay tuned.
Leuk dit stuk. Ik heb Van Vleutens film niet gezien (moet hem toch maar eens aaschaffen als ik dit zo lees), maar herken heel goed de wespenreactie. ‘Gelukkig’ stond mijn grootvader aan de goede kant. Als jonge socialist (in Amsterdam op straat en in Hoorn in het hervormde weeshuis opgegroeid) gruwde hij in Indië van de apartheid en als boekhandelaar/uitgever (na de oorlog Pembangoenan/Opbouw) probeerde hij dit voor zover het binnen zijn bereik lag te doorbreken. In de omgeving van Madioen bezocht hij voor de oorlog met een auto vol boeken en kantoorartikelen de lokale bestuurders en drong zo door in een wereld die voor de gewone koloniaal een gesloten boek bleef. Zo vatte hij sympathie op voor het Indonesisch nationalisme. Na de oorlog hoopte hij dat Indonesië op voet van gelijkwaardigheid autonoom bestuurd zou kunnen worden en zo werkte ook Pembangoenan, waar hij de leiding samen met een (jongere) Indonesiër deelde. Hij heeft heel wat Indonesiërs een goede start kunnen geven, jonge schrijvers een podium gegeven en ook wel gezochte nationalisten in bescherming genomen. Hij ondersteunde ook gezinnen van gevangen genomen nationalisten en opende de eerste boekhandel in de vrije republiek Indonesië. Mijn moeder heeft er in Moesson een paar jaar over geschreven.
Mooi verhaal Hendrik Jan, je grootvader was niet alleen zijn tijd ver vooruit, maar ook een roepende in de woestijn. Ik verbaas me er nog steeds over dat alleen de communisten tegen de kolonisatie van Indonesie waren, dat we niet kritischer zijn geweest. Mijn grootvader was inspecteur van politie en met slechts 2000 Nederlanders en de KNIL wisten ze de boel aardig onder controle te houden (dankzij het legertje van 35.000 Indonesische agenten). Geen verhalen waar je trots op kunt zijn, zoals de jouwe……Ik hoop het verhaal ooit te kunnen publiceren. Waar heeft je moeder het opgeschreven?