Samenleven, hoe ging dat ook al weer?

3-596-21152-2
Er zijn van die boeken die niet alleen in hun tijd een verpletterende indruk maakten, maar zo groots zijn dat ze decennia na verschijning je naar de keel grijpen. Die Welt von Gestern van Stefan Zweig zou wat mij betreft ook von Heute mogen heten. De autobiografie van de joods Oostenrijkse schrijver, die hij voltooide vlak voordat hij zelfmoord pleegde in 1942, toen hij meende dat hij nooit meer in vrijheid zou kunnen leven. Het is een prachtig document van de tijdgeest, geeft inzichten in de onderliggende sociale onvrede en politiek die actueler zijn dan ooit.

Het snijdt me door mijn ziel als ik dit lees, over hoe het ooit was en hoe cynisch Europa in de tijd van Zweig en van ons is geworden: ‘onze voorouders waren standvastig in hun overtuiging dat ze konden vertrouwen op de feilloos verbindende kracht van tolerantie en verzoeningsgezindheid.’ En ‘tolerantie werd niet zoals nu als op zwakheid en toegeeflijkheid neergekeken, ze werd als ethische kracht geprezen.’

Je kunt het je bijna niet meer voorstellen, maar er waren periodes dat de ratio regeerde, en niet de allerindividueelste emotie, waarvoor we nu altijd respect dienen op te brengen, meer nog dan voor het verstand dat die emotie in toom zou moeten houden. Al die tv reality shows waarin we ons kunnen vergapen aan basic instincts. Politici die niet meer durven in te gaan tegen gevoelens van ongenoegen van delen van de bevolking, die gebaseerd zijn op onjuiste aannames. Ik noem hier bijvoorbeeld ‘islamisering’. En waar is de moed van politici om te zeggen: Moslims? Ze zijn here to stay. Ze zijn deel van ons.

Naarmate ik vorderde in het boek van Zweig en ik mij inleefde in het interbellum, werden de parallellen steeds duidelijker. De massa die vatbaar is voor hysterie, voor ophitsing, die wantrouwen en afkeer heeft van autoriteit, van feiten en wetenschap. Het toegeven aan negatieve sentimenten, in plaats van deze in te dammen. En dan steeds meer propaganda van haat en uitsluiting, het zich afzetten tegen anderen, door de gevestigde politieke partijen gebruikt. Nee, we staan niet aan de rand van een nieuwe Wereldoorlog en nee ik zie geen tweede Hitler. Maar we moeten oppassen. De democratie was toen niet vanzelfsprekend, en dat is hij nu nog niet.

Om te beginnen zullen we onze toon en emoties moeten matigen, jegens elkaar, in het openbaar, in de politiek, in de media, overal. We zijn een hysterische heksenketel geworden. Kijk hoe we elkaar nu bejegenen, hoe negatief we staan tegenover anderen en bedenk hoe het vroeger kon, toen iedereen er bij hoorde. Waarom hameren op het recht van belediging? Zal er iemand ooit bijdraaien als je hem doelbewust keer op keer raakt tot in het diepst van zijn ziel? Is de ander uberhaupt wel belangrijk, of houdt een mens dan alleen rekening met zijn eenzijdig voor zichzelf opgeeiste rechten? Draai het om en pleit voor het recht op tolerantie. Laten we ophouden de ander tegemoet te treden om hem op de knieen te krijgen, maar debatteer omdat we willen samenleven.

Nu hebben we door globalisering te maken met allerlei andere levensvormen en verschillende typen mensen. Zij verdienen allen een eigen plaats in onze samenleving. Ik weet het als ik zeg dat de basis van democratie is vrijheid, gelijkheid en broederschap, dan klinkt dat nu net als in de tijd van Zweig grenzeloos naief. Maar dat zegt meer over ons huidig cynisme en negativisme ten opzichte van democratie, dan over de beginselen ervan.

Zweig nog een keer: ‘Het idee van samenleven van verschillende volkeren in dezelfde ruimte, zonder vijandigheid, deze wijze grondregel dat je door wederzijds respect en door oprecht nagestreefde democratie verschillen van taal en herkomst kon verheffen tot broederlijkheid – wat een voorbeeld was dat voor het hele chaotische Europa van ons!‘

Lees dit boek.