Wat de drenkeling óns te vertellen heeft

Dit weekend sprak ik onze Soedanese vriend Abdel R. die twee jaar geleden in een rubberbootje met bonzend hart de Middellandse Zee overstak en in Frankrijk terecht kwam omdat er geen leven meer mogelijk was onder het 30 jaar durende militaire schrikbewind. Uit Darfur kwam hij, waar zijn familie is vermoord en waar hij is gemarteld. Italiaanse kustwachters haalden de drenkelingen toen nog op uit zee met de woorden: ‘Jullie zijn hier nu veilig!’ De solidariteit ontroerde hem diep.

Ik vroeg hem wat hij van het net gesloten akkoord vond tussen de junta en de delegatie van het volk dat sinds december zo moedig en massaal een prachtige en vreedzame revolutie ontketende. En zelfs doorzette toen de machthebbers een bloedbad aanrichtten. Hij was maar een beetje blij zei hij, want die junta die gebruik maakt van de Janjaweed doodseskaders zal hij nooit vertrouwen, tenslotte waren het dezelfde moordenaars als van zijn familie. Waar halen de demonstranten de moed dan vandaan, vroeg ik hem? Zijn antwoord: ‘Als je zo lang onder een dictatuur hebt geleefd, dan geven de mensen de voorkeur aan een eervolle dood boven een leven zonder waardigheid.’

Donderdag had ik de barbecue al buiten gezet voor het debat over het criminalisering van zeevarenden die drenkelingen redden. Niet voor de merguez en de marshmallows, maar voor mijn paspoort. De wet die dreigde te worden aangenomen op basis van een meerderheid die zich aftekende voor het strafbaar stellen van hulp bieden, was het vuurtje dat mijn paspoort in lichterlaaie zou zetten. Weliswaar bleek het eerder een opgelaten proefballon met gif van de VVD, maar toch. Het bespreekbaar maken alleen al is de grond omploegen voor nog meer vervuiling en vergiftiging.

Gelukkig waren er meer mensen die erop wezen dat het doelbewust weigeren hulp te bieden van mensen in nood en hen te laten verdrinken haaks staat op onze rechtsstaat. Migratie is bovendien een mensenrecht omdat het gaat om het recht om te zoeken naar een plaats om te leven. Het recht op leven, zeg maar. Al die moderne Don Quishots die zich ineens ten strijde trekken tegen medeplichtigheid aan wapensmokkel, willen gemakshalve de urgentie van een verdrinkend mens niet zien. Daarbij, mensensmokkel is een gevolg van diepe armoede en oorlog in Afrika.

Ik kan niet leven in een land waar redding van mensen strafbaar is. Mensen redden maakt ons tot mens. De premissen voor het weigeren van redden van drenkelingen zijn met recht onmenselijk en als dat de nieuwe ‘waarden’ in ons land zijn en vastgelegd worden in de wet, I am out:
1) Het door willen gaan met de krankzinnig rijke en verspillende manier van leven die we in het westen er nu
op na houden
2) Het niet willen delen van deze welvaart met anderen

Bereid zijn je leven op te geven voor gerechtigheid, voor hogere idealen, in het arme Soedan doen ze dat. Bij ons is het net andersom. De meerderheid van Nederland was/is voor het opofferen van mensenlevens van anderen uiteraard, voor behoud van geld en welvaart op ons eigen vergiftigde stukje grond. Te ver heen om te zien wat failliet werkelijk betekent. Dr komt geen waarde meer aan te pas.