(gepubliceerd in Brabants Dagblad 23 november )
‘Durf jij nee te zeggen?’ stond er boven het pamflet dat mijn zoon meenam uit zijn Brabantse school.
Het ging over grenzen stellen aan drugs- en internetgebruik, ongewenste vormen van seks en criminaliteit. Allerlei deskundigen staan tegenwoordig op school klaar om deze problemen toe te lichten hetzij met wortel en al uit te rukken. Ik las het snel door en gaf het terug aan mijn zoon, die mij er fijntjes op wees dat de deskundigen niet voor hém, maar voor de ouders paraat stonden. Het was van de ouderraad.
Toen werd ik alert. Na zeven jaar deel te hebben uitgemaakt van een Arabisch-islamitische samenleving, heb ik goed vergelijkingsmateriaal aangaande verschillende soorten pedagogiek. Het drong nu pas echt tot me door dat ouders net als hun kinderen grote moeite hebben grenzen te stellen, in dit geval bij de opvoeding. In de klas van mijn zoon loopt de helft van de kinderen de deur van psychologen plat vanwege adhd, obesitas en is er hulp bij allerlei soorten angst, inclusief faalangst.
Psychologen wijzen erop dat te veel kinderen psychologisch behandeld worden. Ze zijn gestresst en gebruiken steeds meer medicijnen. 100.000 kinderen lijden zelfs aan obstipatie. Daarnaast eisen ouders topprestaties op school: de beste zijn op het sportveld, vooraan bij de muziekles. Nieuw advies van deze psychologen aan ouders: gun de kinderen meer rust, minder reinheid, maar wel regelmaat. Dat lijkt me een voor de hand liggend advies. Maar het is niet genoeg. Westerse ouders zijn als nooit te voren gericht op grenzeloze zelfontplooiing van hun kinderen, voor wie alles moet wijken. Samenwerking met anderen is geen vaardigheid meer. De prestatie van het individu is ons gouden kalf geworden. Onderschikt daaraan gemaakt is het belang van het gezin als geheel, van leeftijdsgenoten, buitenstaanders en de samenleving. Geen wonder dat ze niet meer problemen weten te tackelen die te maken hebben met sociaal gedrag, zoals in de brief vermeld.
We vinden het normaal als een kind niet iemand helpt als het naar voetbal of pianoles moet. En natuurlijk kunnen opa en oma dan niet op bezoek komen. Uiteraard moet een kind huiswerk maken en heeft het dan geen tijd om zijn handen uit de mouwen te steken in de keuken of bij het schoonmaken van de auto. Het kind moet scoren en als het dat doet zijn we blij. Wat een verschil met de collectivistisch ingestelde Arabische samenleving. Je kunt daar als kind weinig lof oogsten als je gitaar speelt, maar degene die zijn ouders helpt of op broertjes of zusjes past, kan rekenen op complimenten. Ik kan me niet herinneren ooit Arabische kinderen te zijn tegengekomen met adhd of faalangst. Ook al eisen de ouders net als hun westerse tegenhangers goede schoolcijfers. Maar die gelden als verantwoordelijkheid van kinderen zelf, zij kunnen niet op extra school of thuishulp rekenen. Doet het kind het goed op school, dan heeft hij het met eigen kracht voor elkaar gebokst, wat zijn zelfvertrouwen sterkt. Faalt hij, dan is dat niet het einde van de wereld, omdat zijn sociale vaardigheden bijna nog meer van belang zijn en hij altijd deel van de familie is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meeste Arabische kinderen, jongens en meisjes, zelfbewust zijn. Veel zelfbewuster dan hun angstige westerse leeftijdsgenoten. Als die op school falen, falen ook hun ouders, die dagelijks het schoolwerk nalopen. En hetzelfde geldt voor de buitenschoolse prestaties. Want de individuele prestatie waarderen zij meer dan de sociale.
Dat brengt mij terug bij het advies van de deskundigen aan de ouders. Het is niet voldoende minder prestaties van kinderen te eisen. Wellicht zorgt dat ook bij de ouders voor minder stress. Maar we moeten af van de narcistische opvoedingsneigingen. Zie een kind niet als een kauwgomballenautomaat waar geld in moet en dan een prachtig gekleurd product uit dient te rollen, waarvan iedereen hoopt dat hij mooier is dan de andere. Beschouw een kind als een schakel in de samenleving, waaraan het een bijdrage kan leveren. Leer hoe hiji moet samenwerken, ja zich hier en daar moet opofferen. Nu voeden wij onze kinderen op tot atomen die geen verbindingen aangaan, wat grote consequenties heeft bijvoorbeeld op de werkvloer en in de privésfeer.
Hoe kan dat in de opvoeding gegoten worden? Laat kinderen helpen in huis zodra ze kunnen lopen: maak hen medeverantwoordelijke voor het gezinsleven. En eigen verantwoordelijkheid betekent mogelijkheid hebben tot fouten maken en ervan leren. Het bevordert zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Bevorder gedrag dat rekening houdt met anderen: delen van bezit, tijd en inspanning en het opgeven van eigenbelang voor anderen.
Herintroductie van dergelijke sociale waarden bevordert zelfvertrouwen van ouder en kind. En houdt psychologen buiten de deur.
Toch geven onderzoeken al jaren aan dat de Nederlandse jeugd tot de gelukkigsten ter wereld behoort.
Maar we leven in een verzorgingsmaatschappij waarin duizenden hulpverleners aan het werk gehouden moeten worden. Zij verzinnen aandoeningen als internet verslaving. Daarnaast keren we geld uit aan chronisch zieken. geen wonder dat er een race ontstaat om je kind als PDD/NOS’er of zo te laten labelen.
Hulpverleners verdienen geld aan ouders die hun kinderen laten testen en willen die ouders niet teleurstellen.
maar de Nederlandse jeugd waardeert haar eigen leven erg oog. het hoogste van de hele wereld. De Arabische jeugd blijft daarbij ver achter. Ze kijken dus zélf heel anders tegen hun eigen leven aan.
Beste Henk,
Die hulpverleners zouden nooit voet aan de grond hebben gekregen als er geen behoefte was aan hun hulp. Ouders willen voortdurend de mening van deskundigen, omdat ze het zelf niet aan kunnen en hun kinderen niets of weinig durven te verbieden. Daar ligt het probleem volgens mij.
groet,
tineke
Dat de Nederlandse jeugd erg gelukkig zou zijn, is eerder iets typisch Nederlands dan westers. Al in de 17e eeuw noteerde Samuel Peppys in zijn dagboek dat Nederlandse schoolkinderen daadwerkelijk gelukkig leken te zijn; tot zijn stomme verbazing.
Dat er in het westen meer kinderen -en volwassenen- rondlopen met psychische aandoeningen heeft weinig te maken met een hulpverlenersmaffia die eraan verdient. Veel meer moet de oorzaak gezocht worden in de hoge economische eisen die aan mensen worden gesteld: de druk in de westerse ratrace is zo hoog dat er automatisch meer mensen naar de marge gedrukt worden. Mensen die hier iets afwijken van de norm ‘mankeren’ al snel wat omdat ze daar last mee krijgen. In Arabische landen -en ik vermoed niet alleen daar- is de marge van tolerantie breder.
Dat in het westen individuele prestaties hoger worden aangeslagen is daar een gevolg van, niet een oorzaak. Zonder individuele prestaties redt je het in het westen niet, en ouders willen nu eenmaal het beste voor hun kinderen.
En dat Arabische kinderen geen faalangst zouden hebben? Dat lijkt me toch iets te veel lijken op de uitspraak van wijlen mgr. Bomers, die meende dat er in Ethiopië geen homoseksuelen zouden voorkomen.
Ik zoek de antwoorden vooral in de welvaart van het westen, Richard, de individualisering. Ouders maken zich idd zorgen over hun kinderen die veel zouden mankeren, maar tegelijkertijd willen ze dat hun kind beter en anders is dan de rest. Collectieve waarden bij de opvoeding lijken nauwelijks meer van belang. Natuurlijk hebben Arabische kinderen soms ook last van faalangst, maar veel minder dan bij ons, simpelweg omdat naast schoolprestaties ook die collectieve instelling van groot belang wordt geacht. Dat leert ouders en kinderen relativeren.
groet
tineke
Nu volg ik je even niet meer…
Is het nu de welvaart, de individualisering of beide? Ik dacht dat het om de tegenstelling collectief-individualistisch ging.
Met welvaart is niets mis als verklaring, maar wat doe je dan met de periode dat de Arabische wereld welvarender was dan -zeg- Europa?
Ik denk niet dat je je punt hard kunt maken zonder cijfers en ik vrees dat de cijfers die je nodig hebt wel in Nederland goed worden bijgehouden, maar dat je nogal wat moeite zult hebben vergelijkbare cijfers over bijvoorbeeld faalangst uit een Arabisch land te halen.
Er is een andere benadering mogelijk, op zijn Popper’s. Zoals de Verlosser al zei: ‘ieder voordeel heb z’n nadeel’ (of andersom, same difference…) en dat zal niet anders zijn met een meer collectivistisch ingestelde opvoeding.
Ik bedacht zojuist dat als je gelijk hebt, dat zou moeten betekenen dat kinderen die moeite hebben met meekomen in de sociale sfeer, het in een individualistisch ingestelde samenleving makkelijker zouden moeten hebben dan in meer collectivistisch ingestelde samenlevingen, waar de nadruk op sociale vaardigheden groter is.
Mijn indruk is echter dat kinderen met een stoornis in het autistische spectrum het in Arabische landen beslist niet moeilijker hebben dan hier, eerder andersom.
Dat zijn een heleboel zaken tegelijk, Richard. Volgens mij bepaalt de welvaart voor een groot deel de sociale structuur, al spelen religieuze en culturele gewoonten natuurlijk een belangrijke rol. Voorbeeld: zonen zijn zo belangrijk in de Arabische samenleving, omdat zij voor hun bejaarde ouders zullen zorgen, bij gebrek aan een rijke goed georganiseerde staat zijn er nauwelijks(pensioen-)voorzieningen. Dochters gaan bij de schoonfamilie wonen en helpen daar in het huishouden. Maar: waar geld is voor opleidingen ook voor meisjes, daalt het geboortecijfer in haar gezin.
Als de staat veel van die zorgen overneemt, zie je dat mensen vrijer zijn om te doen wat ze willen en neemt individualisme toe.
Voor wat betreft sociale vaardigheden ed.: ik denk niet dat er cijfers zijn over faalangst in de Arabische wereld. Wel kan ik met zekerheid zeggen dat kinderen veel zekerder van zichzelf zijn dan hier. Als ik naar mijn zonen kijk en ze vergelijk met NLse kinderen, zie ik grote verschillen, bewegen ze zich makkelijker in allerlei gezelschappen omdat ze zich geleerd hebben aan te passen. Mijn oudste zegt altijd: hier ben in Nederlander, in Jeruzalem Arabier. Dat vermogen verklaar ik voor een groot deel uit een minder individualistische instelling. En doordat je minder aan jezelf, maar meer aan de groep denkt, is de prestatiedrang minder, maar de druk om wat van je zelf op te geven groter. En dat vind ik positief.
Autisme is weer een ander verhaal volgens mij. Hier in het westen zijn we met die diagnose behoorlijk doorgeslagen, zoveel kinderen hebben ‘een autisme verwante stoornis’. Ik ken kinderen die na een tijd ineens niet meer autistisch waren. Of in Zweden ook niet meer als zodanig werden bestempeld. In Palestina heet je pas autistisch als je letterlijk niet meer kunt communiceren, niet meer kunt praten. Maar doordat we in NL zo zijn gefocust op de individuele ontplooiing van een kind, zien we al snel iets wat niet ‘past’ volgens de boekjes. Ik vraag me sterk af of die kinderen zijn gebaat bij al die medicalisering.