Geschiedenisles op zijn Japans en Nederlands

Wat lees ik nu in Trouw (3 november)? Ons land heeft in de VN-Mensenrechtenraad Japan gekritiseerd voor het uitvlakken van de episode ‘Troostmeisjes’ uit de geschiedenisboeken. Alle verwijzingen naar seksslavinnen van Japanse soldaten (voornamelijk Aziatische, maar ook Nederlandse meisjes werden tegen hun zin tot prostitutie gedwongen tijdens WOII), zijn geschrapt. Geschrapt uit de splikspinternieuwe versie van de geschiedenis zoals die door de Japanse regering aan de tabula rasa van kindertjes wordt gepresenteerd. Uitstekende actie van Nederland. Valt niets op af te dingen. Of toch wel?

Uiteraard sta ik er volkomen achter. Wie de documentaire heeft gezien van Hilde Janssen die enkele voormalige, stokoude troostmeisjes aan het woord liet, kan alleen aansturen op eerherstel. Wat natuurlijk nooit meer goed maakt wat hun is aangedaan.

De Nederlandse opstelling verdient daarom alleen maar lof. En nee, ik probeer geen appels met peren te vergelijken. Maar een beetje een nare smaak krijg ik er toch wel van in mijn mond als ik denk aan onze eigen geschiedenisboekjes.

Onze eigen geschiedvervalsing. In de schoolboeken van mijn kinderen staat nog steeds bar weinig over ons bloederig aandeel in de koloniale geschiedenis. En in enkele tendentieuze alinea’s over de Onafhankelijkheidsverklaring van Indonesie in 1945 kunnen scholieren nu nog lezen dat die werd uitgeroepen door de met de Japanners collaborerende Hatta en Sukarno. Waarmee de revolutie gereduceerd wordt tot landverraad aan Nederland.

Dus, nu we toch bezig zijn, wordt het niet tijd om ook ten aanzien van onze eigen geschiedenislessen met de juiste feiten op de proppen te komen? Kan die delegatie van de VN-mensenrechten niet even doorpakken?