Relevante boeken met gedateerde termen als n-word worden nog steeds herdrukt

In zijn column van vrijdag 4 juni 2021 in de NRC vraagt Frits Abrahams zich af of boeken van witte schrijvers die weliswaar een aanklacht vormen tegen racisme, maar nog wel het kwetsende ‘n’-woord bezigen, nu nog wel herdrukt zouden worden. Bij wijze van voorbeeld, trekt hij een boek uit zijn eigen boekenkast, waarmee hij wil aantonen dat dat niet het geval is. Hij lijkt zo te suggereren dat het debat over terminologie semantiek is.

Het betreft de bundel met een verhaal van James Farrell uit 1961. Abrahams komt tot de conclusie dat geen uitgever zich vanwege de niet correcte uitdrukkingen zou wagen aan herdruk. Nu is een stelling poneren op basis van een geval ook zeer gewaagd. Ik wil graag wijzen op een paar boeken waarbij we struikelen over termen als ‘nikkers’, ‘negers’, ‘blanken’ en ‘slaven’ en die nog steeds worden gekoesterd. De eerste is De Hut van Oom Tom, van Harriet Beecher Stowe uit 1851. Het tweede is ‘Wij slaven van Suriname’ uit 1934, geen pamflet van een witte schrijver, maar van verzetsman en vrijheidsstrijder Anton de Kom, dat ik net in de 20e druk las. Het zijn slecht twee voorbeelden uit mijn eigen boekenkast. Ik daag Abrahams graag uit om met meer voorbeelden op de proppen te komen en vooral: serieus onderzoek. Het is een debat dat veel mensen diep raakt.

De analyse van Abrahams wil ik verder bestrijden en met het argument van relevantie. De twee herdrukte boeken zijn van grote invloed geweest op respectievelijke de afschaffing van de slavernij en het debat daarover. Dat kan van de verzamelbundel van Buddingh niet gezegd worden.