Bij de Dodenherdenking horen geen 50 tinten grijs


Het spijt me, ik moet deze blog als een dominee beginnen, we staan dan ook aan de vooravond van de Dodenherdenking. Als nabestaande van familie die in Nederlands-Indie onder de oorlog heeft geleden, als kleinkind van een in een Jappenkamp overleden grootvader, vind ik dat ik daar iets over moet zeggen.

Dat een individu, laat staan een samenleving niet maakbaar is, is lastig te verkroppen in het derde millennium. De mens is tenslotte zijn eigen god geworden. Van mens-slaaf zijn we nu mens-god, schrijft Dostojevski. Aan kwetsbaarheid worden we liever niet herinnerd. Dat we ooit een tijd hebben gekend waarin een Nederlander volledig aan de wil van een ander was overgeleverd, kunnen we ons nog maar moeilijk voorstellen. Dat een ander over leven en dood wikt en beschikt. Die machteloosheid, de kwetsbaarheid, de vernedering, kennen we alleen nog uit films. Gevoelens die we ons in onze welvarende, decadente, goed geoliede maatschappij niet meer eigen kunnen maken. Vandaar dat ook gevoelens en ideeen die daar tegen in het geweer komen niet meer zo duidelijk zijn: gevoel van onrecht, heldere scheidslijn tussen goed en kwaad, bereidheid om tegen onrechtvaardigheid te knokken. Zoiets.

Denk ik tenminste dat achterliggende oorzaken zijn van het vervagende oordeel over slachtoffers en daders tijdens WOII. De discussie die vorig jaar ineens opgeld deed nav het gedicht van puber Auke de Leeuw over een familielid dat SS-er was. En dit jaar weer opgewarmd werd met de aankondiging van de burgemeester van Vorden die tijdens de Dodenherdenking even langs de graven van Duitse soldaten een Spaziergang wilde maken. De rechter had hem in het gelijk gesteld en vond dat de discussie in de samenleving thuis hoort. Terecht. Even bij de les blijven, jongens. En gelukkig: dit jaar zag het Comité 4 en 5 mei zich genoodzaakt expliciet uit te leggen dat verzoenen wat anders is dan herdenken. Voor wie het nog niet helemaal duidelijk was.

Geen plechtstatige processie langs Duitse graven dus. Geen herdenking van soldaten en SS-ers. Nee, dat is niet zielig voor die Duitsers. Zij waren daders. 4 mei is de dag van de slachtoffers. Het staat nabestaanden van Duitsers uiteraard vrij hun familie te herdenken. Maar niet op zijn nationaal Nederlands. En al helemaal niet op 4 mei.

De discussie is gelukkig geëvolueerd in een jaar tijd (vorig jaar schreef ik er hier over). Waar het Comité vorig jaar totaal overrompeld was door alle kritiek van nabestaanden-organisaties, heeft het zich nu hersteld. Back to basics nu. Tijdens WOII waren mensen die we herdenken overgeleverd aan de macht van een ander. Aan mensen die verkeerde keuzes maakten. In onze huidige maatschappij hebben we de luxe dat iedereen zijn eigen ding doet. Het slachtofferschap bestaat bijna niet meer. Maar toen wel. Het vereist extra moeite ons in te leven in de ellende van mensen van toen. Inspanning dus. Tjonge. Wat mij betreft mag dat worden gecultiveerd. Tussen het goed en kwaad bij de Dodenherdenking horen geen 50 tinten grijs.