‘Nederlandse schoolboeken over mijn land Iran’

Te gast mijn Nederlands Iraanse vriendin Simin:

‘Van mijn land krijgen Nederlandse jongeren in hun schoolboeken een consequent en eenduidig beeld. De inhoud van schoolboeken zou algemene en onzijdige informatie moeten bevatten en alleen principes en feiten presenteren. Wanneer de jongere de school verlaat en zelf de wereld ontdekt kan hij meer informatie vergaren en zelf een classificatie maken van de landen, culturen, godsdiensten, etc. Niet in Nederland, naar mijn mening en ik laat het aan de hand van maar een paar voorbeelden zien van mijn kinderen die in de 1e en 4e klas zitten.

Geschiedenis is een vak dat niet alleen de achtergrond van ieder land voor leerlingen schetst maar ook hun laat weten aan welke landen ze meer aandacht moeten besteden willen ze een duidelijker beeld van de oude wereld hebben. Er is geen historicus die het Perzische rijk en beschaving niet kent en het belang daarvan voor de ontwikkeling van dit gebied dat zich enorm uitstrekte.

In het geschiedenisboek van het eerste jaar worden Egypte, Griekenland en daarna Rome uitvoerig besproken, maar het Perzische rijk, met ooit ca. 50 miljoen inwoners, niet eens geïntroduceerd. Perzië verschijnt pas als een Perzische koning Griekenland aanvalt en wordt verslagen! Verder zijn er niet weinig zinnen zoals op blz. 37 van de geschiedenisboek van het 1e jaar: ‘Alexander wilde de Griekse steden in het oosten bevrijden van hun Perzische tirannen’. Is het niet beter om of helemaal te zwijgen over Perzië of volledige informatie erover te geven?

Dit is ongeveer alles wat een 1e jaars middelbare scholier van Perzië moet weten totdat hij in het vierde jaar in het boek maatschappijleer de definitie krijgt van dictatuur op blz. 30: in een dictatuur ‘…bepaalt één machthebber of één partij, vaak heel willekeurig, wat de regels zijn´. Na uitleg over het ontbreken van persvrijheid, en vrijheid van meningsuiting en dat de tegenstanders vaak worden achtervolgd, kan hij er erover gelezen dat: ´zulke praktijken vind je in landen als China, Noord-Korea en Iran´. Dit is tenminste als de jongere erachter komt dat Perzië en Iran hetzelfde zijn.

En mijn dochter leest in het vierde jaar haar Engelse boek in hoofdstuk 4 over ´Cross Cultural Exchange`, over reizen in verschillende landen het volgende. Eerst een leuk verhaal over Amerika met de titel ´Grand American Adventures´, daarna over Londen en haar bezienswaardigheden en natuurlijk ontbreekt India niet met de titel: ´Travelling through India with a smile´. Hierna is de beurt van Iran. In plaats van Persepolis, Isfahan of andere steden met bezienswaardigheden waarvan Iran er niet weinig heeft en die talloze jongeren per jaar bezoeken (en die veel beter bij het onderwerp zouden passen), een foto van een vrouw met burqa (die in Iran vrijwel nooit wordt gedragen).

En een uitvoerige bespreking van het boek van Betty Mahmoodi, ´Not without my daughter´. De scholieren leren niets over ‘Het boek der Koningen’ van Ferdowsi die wereldberoemd is of van Hafiz (die Goethe beinvloedde) en Sa’adi uit de oude tijden. Jalal ale Ahmad is beroemd door zijn boek ´Westoxification´, vooral na de Islamitische revolutie.

Maar de drie van de zeven woorden die de middelbare scholieren bij Mahmoodi kunnen leren zijn: hostage, to succumb to, blasphemously. Dit is vast en zeker een boek dat de auteurs, Frank Ten Haken, en Guido Schuring, als de beste Engelse tekst over Iran zien. Ik sta versteld en ik hoop dat ik ooit een antwoord krijg op de vraag waarom.’