De Nederlandse excuses voor het bloedbad in Rawagede maken meteen een discussie los in ons land. In de NRC van 12 december schrijft Jan A. Somers dat het nu de beurt is aan Indonesie om zich openlijk te verontschuldigen voor de Bersiap-periode direct na de Nederlandse Japanse capitulatie in Nederlands Indie. Bersiap betekent ‘weest paraat’ en was een oproep gericht aan jongeren om de Japanse kampen aan te vallen, waar nog verzwakte Nederlandse vrouwen en kinderen bivakkeerden, die wachtten op evacuatie van de geallieerden.
Ook mijn familie heeft na de capitulatie de Bersiap in de Japanse kampen meegemaakt. Mijn grootmoeder, die nog geen 39 kilo woog en haar drie kinderen, onder wie mijn vader van 13 jaar (19 kilo schoon aan de haak), overleefden deze ternauwernood.
Ondanks de erkenning van het leed en het grote onrecht dat deze groep Nederlanders is aangedaan, ben ik het niet met Somers eens dat Indonesië ook excuses zou moeten aanbieden voor de Bersiap.
Er is namelijk een belangrijk verschil: de net uitgeroepen Indonesische regering in 1945 kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het aanrichten van een slachting onder weerloze Nederlandse vrouwen en kinderen. Dat waren bendes opgeschoten jongeren, die Japanse wapens hadden gekregen of veroverd. Al of niet opgehitst door sommige politici, was het geen overheidsbeleid. De massamoord in Rawagede daarentegen kon plaatsvinden tegen de achtergrond van een weloverwogen beslissing tot een koloniale oorlog die door de Nederlandse regering was genomen. Deze werd bovendien gesteund door de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking.
Daarbij is het aantal slachtoffers onvergelijkbaar: tijdens de Bersiap kwamen tussen de 3500 en 20.000 Nederlanders, Indo Europeanen en Chinezen om. Bij de onafhankelijkheidsoorlog (lees: politionele acties) tussen de 100.000 en 200.000 Indonesiers.
Als kleinkind van een koloniale machthebber in Nederlands-Indie en kind van een kampkind, hoop ik dat Rawagede het begin is van erkenning en bewustwording van alle wreedheden die ons land heeft begaan in onze voormalige kolonie. Juist de nadruk op de Bersiaptijd staat dat in de weg, doordat de overlevenden vooral het eigen leed in de Nederlands-Indische geschiedenis voor het voetlicht willen halen.
(gepubliceerd in NRC 17 december)
[…] voor de Bersiap-periode direct na de Nederlandse Japanse capitulatie in Nederlands Indie verder… […]
Natuurlijk moet er geen verontschuldiging van Indonesie komen. Het waren de kolonialen die rotsooi maakten. Het waren de kolonialen die de boel ondersteboven haalden. Het waren de kolonialen die begonnen te herkoloniseren. Het waren de kinderen van de kolonialen die weer een kolonie wilden beginnen. Nee, de hele Bersiap is begonnen door de kolonialen. Indonesie moest zich verdedigen tegen de vrouwen en kinderen van ex-kolonialen. Verontschuldiging kan alleen van een kant komen en wel van de kolonialen. Alleen een koloniaal is fout niet de gekoloniseerde.
Cap.
Beste Cap,
Ik ben het niet met u eens dat de Bersiap is begonnen door de kolonialen. Nogmaals, het waren Indonesische jongeren die uit waren op wraak voor 350 jaar kolonialisme, dat is toch wat anders. Hoewel hun woede te begrijpen is, was deze periode afschuwelijk en afkeurenswaardig en vind ik het veel te ver gaan om de verzwakte vrouwen en kinderen in de kampen en de gevangen ex-kolonialen daarvoor verantwoordelijk te stellen.
Wel moet de Bersiap in de context worden gezien van die geschiedenis van kolonialisme. En ja, ik vind dat dat de volgende stap zou moeten zijn, dat Nederland voor die eeuwen van gruwelijke uitbuiting, waarbij honderdduizenden doden zijn gevallen, excuses zou moeten aanbieden.
groet
tineke
[…] In de NRC van 12 december schrijft Jan A. Somers dat het nu de beurt is aan Indonesie om zich openlijk te verontschuldigen voor de Bersiap-periode direct na de Nederlandse Japanse capitulatie in Nederlands Indie verder… […]
Mw. Bennema ontleent mijn mening over excuses aan het kopje boven mijn ingezonden brief. Maar dat kopje is van de redactie, evenals de geschrapte alinea’s, en dekt niet mijn gedachten over de in het geding zijnde excuses. Dit soort excuses, afgedwongen door een advocaat via een rechtzaak, en vergezeld van de geëiste zak geld hebben voor mij totaal geen waarde. Excuses maak je gewoon, en kan je gewoon aanvaarden. Een handdruk is voldoende. Al het andere behoort tot het juridisch proces: excuses = schuld = geld.
Mijn mening is te lezen in de laatste alinea van mijn ingezonden brief. Hierin kunt u lezen dat ik helemaal niet uit ben op excuses. Het gaat mij enkel en alleen om kennismaking met de slachtoffers van de bersiap. Bersiap is voor mij voorbij, het gaat mij om de mensen die op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plaats waren. Ik ben niet zoals Mw. Bennema via familie gelieerd aan de bersiap, ik ben zelf betrokken geweest met het bergen van lijken, ongeacht huidskleur.
Mw.Bennema schrijft dat de nadruk op de bersiaptijd de bewustwording van wreedheden in de weg staat, en dat overlevenden vooral hun eigen leed voor het voetlicht willen halen. Ik heb niet het idee dat in Nederland enige nadruk op de bersiaptijd wordt gelegd. En het aantal overlevenden wordt snel minder, in mijn directe omgeving heb ik geen collega’s meer. Probeer de bersiaptijd eens in de kranten terug te vinden! Zelfs de nationale herdenking van de periode tot 15 augustus 1945 is niet in de kwaliteitskrant NRC terug te vinden, laat staan de bersiap. Ja, het gaat om eigen leed, het leed voor de Indonesiërs wordt elk jaar op 10 november herdacht, die doen dat beter.
Als jurist met kennis van staatkunde en volkenrecht weet ik dat het besluiten tot (juridische) verantwoordelijkheid in tijden van revolutie en chaos praktisch onmogelijk is. Het is hooguit een interessant intellectueel debat waar normale mensen niets aan hebben. Op elk moment, en op elke plaats is de situatie anders. Nederland staat in ieder geval volledig buiten de bersiap, de Nederlandse troepen kwamen pas ongeveer half maart in Indië. De bersiap was toen al voorbij, de moordpartij in Rawagede valt daar dus ook buiten.
Je kan wel proberen gebeurtenissen in een tijdlijn te plaatsen, dan heb je enig idee van de volgorde. Ik weet het alleen van Soerabaja.
Het formele gezag was vanaf 15 augustus 1945 in handen van SEAC, volkenrechtelijk niet correct, maar heel handig in deze situatie. SEAC had dat gezag voorlopig gedelegeerd aan het Japanse leger. In Soerabaja heeft dit maar kort geduurd, de opstand was daar zo massaal dat de Japanners vreesden voor een bloedbad. Na hun terugtrekking hebben enkele commandanten zelfmoord gepleegd.
Na het uitroepen van de onafhankelijkheid had de Indonesische regering in Batavia volledige bewegingsvrijheid en beslissingsvrijheid. In Soerabaja was er een Indonesisch bestuur: Pemerintah Republik Indonesia Daerah Soerabaja, ook met volledige bewegingsvrijheid en beslissingsvrijheid. Pas op 25 oktober, de bersiap woedde in volle hevigheid, kwamen ca. 4000 man van de 49e Indian Infantery Brigade, dat stelde weinig voor. Hun opdracht had niets met gezag te maken, alleen het in veiligheid brengen van de Europese bevolking. Voor deze troepenmacht was toestemming verleend door de Indonesische regering in Batavia en het gemeentebestuur. De Engelsen wisten drommels goed welk gezag zij moesten benaderen!
De Brits-Indische militairen wisten aanvankelijk hun taak goed uit te voeren, in overleg met het gemeentebestuur en diverse pemoedagroepen. Met de moord op een transport burgers van het Goebengkamp naar het Darmokamp werd het ineens anders, de situatie werd onhoudbaar. Samen met Indonesische onderhandelaars op weg naar een nieuwe bespreking werd de Britse commandant vermoord, waarop de troepen hun beschermende taken moesten opgeven, en zich terugtrokken in het havengebied. Soekarno en Hatta zijn door de Engelsen naar Soerabaja gebracht om orde en rust te bereiken, maar dat is hun niet gelukt. Na de op 10 november begonnen slag om Soerabaja, met onze bevrijding uit de Werfstraatgevangenis, begon hier de bersiap te verlopen. De bersiap vond dus plaats tijdens het gezag van de Indonesische regering. Dat deze te zwak was voor het uitoefenen van gezag, is natuurlijk een ander verhaal. Ik denk dat de bersiap zo ongeveer februari 1946 helemaal voorbij was, op basis van de data op de kruisen van vermoorde tantes op Kembang Kuning, en uit mijn verre, verbrokkelde herinnering als ambulancechauffeur bij het Rode Kruis.
Ik reageer niet in de NRC, dat zal wel niet gepubliceerd worden. Rawagede is betaald, probleem voor de krant opgelost.
Geachte heer Somers,
Hartelijk dank voor uw uitvoerige uiteenzetting, dat is inderdaad een ander relaas dan de NRC publiceerde. Ik denk dat onze standpunten minder verschillen dan op het eerste gezicht lijkt. Het zou inderdaad een mooie geste zijn als oud-Indiegangers en oud-Bersiap strijders elkaar de hand konden schudden.
Maar ik ben het niet met u eens dat u de Indonesische regering impliciet verantwoordelijk stelt. U schrijft zelf dat de bersiap plaats vond onder het verzwakte gezag van de Indonesische regering, maar uit uw verhaal blijkt ook dat daar nooit opdracht toe is gegeven. De naoorlogse situatie was zo chaotisch, met een gezagsvacuum, Japanse troepen die de orde moesten handhaven, een Engels leger dat de Nederlanders moest beschermen, maar tegelijkertijd sterk voor Indonesische onafhankelijkheid was. Begrijpt u me niet verkeerd, het is een groot onrecht wat de onbeschermde, uitgemergelde vrouwen en kinderen is aangedaan. Maar er is na de oorlog in kringen van Indische expats altijd veel over gesproken, het heeft geleid tot veel Indische literatuur (Jeroen Brouwers oa). Dat heeft er bijvoorbeeld voor mij voor gezorgd dat ik me pas veel later ben gaan afvragen wat mijn familie daar nu eigenlijk in de kolonie deed, want daarover werd minder verteld.
Toegegeven, in Nederland is de discussie over de geschiedenis van Nederlands Indie en onze rol daar nog steeds niet losgekomen. Dat heeft allereerst mee te maken dat we liever niet herinnerd worden aan 350 koloniale aanwezigheid. Maar ook de verhalen van oud-Indiegangers over het leed hun aangedaan tijdens de Bersiap, samen met de trauma’s van de veteranen van de Onafhankelijkheidsoorlog hebben ervoor gezorgd dat er nauwelijks een debat heeft plaats gevonden over ons koloniale verleden. En door altijd de Bersiap op de voorgrond te stellen komen we niet veel verder, ben ik bang. We zouden ons veel meer moeten verdiepen in het lot van Indonesiers in al die jaren. Al moeten wij persoonlijk niet voorbij gaan aan het leed van mensen in onze eigen omgeving.
met hartelijke groet,
tineke
Dat de Republiek Indonesie excuses dient aan te bieden nadat Nederland dat heeft gedaan lijkt mij niet logisch en juridisch onhoudbaar, Nederland is aansprakelijk gesteld voor de oorlogsmisdaden in Rawagede, die nooit verjaren en dat zij daarvoor excuses aanbiedt is niet door de rechtbank geeist maar heeft totaal andere redenen en internationale repercusies. Somers dient dat te weten. De Republiek Indonesie heeft in het geval Soerabaja een bijzondere rol gespeeld. Toen het Britse leger daar in het nauw geraakte, werden Soekarno, Hatta en de minister van Informatie gevraagd te bemiddelen. Als volgens Somers de Republiek de jurisdictie had over het gebied dan was zij partij maar dan had zij nooit de bemiddelingsrol kunnen vervullen. Somers geeft niet met redenen omkleed aan dat de Republiek enig zeggingsschap over Soerabaja had. Ook geeft hij niet aan hoe dat te rijmen valt met de kampen voor Indische Nederlanders die onder bescherming stonden van de Republiek. Er is kort geleden een proefschrift hierover verschenen en ik meen dat dit door hem als bevooroordeeld wordt beschouwd zonder het eerst te lezen. Als Somers wil dat de Republiek excuses aanbiedt dan moet hij wel de Republiek voor de rechter halen en een beredeneerde klacht geven. Strafrechtelijk maar ook met mijn beperkte kennis van het volkenrecht lijkt het betoog van Somers meer een kasteel op drijfzand gebouwd. Al met al kan ik me niet van de mening onttrekken dat Somers enigszins vooringenomen en met oogkleppen de Bersiapperiode beschouwd.
In deze periode zijn veel Indische Nederlanders door permoeda’s opgepakt en sindsdien vermist. Ik denk dat tot 1949 is voorgekomen en ik meen dat de Nederlandse Staat in gebreke is gebleven, nalatig is geweest en niet alle moeite heeft gedaan de verblijfplaats dezer vermisten te achterhalen. Ik kan mij niet herinneren dat er voor deze vermisten een monument is opgericht, een soort graf voor de onbekende Indische Nederlander/Burger, zodat de nabestaanden toch een plaats hebben de vermisten te gedenken.
Ik vind dat wij de oorlogsperiode in een breder perspectief dienen te bezien.
Wij hebben zo’n prachtig Indisch monument. Dit geeft de oorlogsperiode 1941-1945 aan. maar voor de Indische Nedrlanders hield de oorlog niet op 15 Augustus op maar ging naadloos over in een andere oorlog. Er wordt gesproken over Bersiap, politionele acties en dan ook de soevereiniteitsoverdracht. Dat zijn wel belangrijke ijkpunten maar geven niet de oorlog als geschiedenis weer waar burgerslachtoffers de hoogste prijs betaalden, de vergeetachtigheid..
Ik vind dat een Nederlandse staat de morele plicht heeft om na te gaan waar haar burgerslachtoffers in die periode zijn gebleven en dat voor hun een laatste rustplaats wordt geschapen naast het Indisch monument.
Misschien op deze manier komen wij in het reine met onze koloniale geschiedenis en met onze doden. Ik denk dat de Nederlands Staat in eerste instantie excuses dient aan te bieden aan de vermiste burgerslachtoffers en hun nabestaanden. Dat is de boodschap van Rawagede
Beste Peter,
Dank ook voor jouw bijdrage aan de discussie. Dat is precies het punt waar ik in voorgaande blogs en discussie op doel, dat de Bersiap, de Onafhankelijkheidsoorlog en ons koloniale verleden als geheel moeten worden gezien. Daarover zou het moeten gaan, te beginnen op scholen en verder in een nationaal debat. Het is zeker een mooi gebaar om een dergelijk herdenkingsmonument op te richten, ik denk dat alle partijen zich daarbij zouden kunnen verzoenen. Weet je of er al voorstellen zijn gedaan in die richting?
hartelijke groet,
tineke
[…] http://www.tinekebennema.nl/blog/geen-e-woord-voor-de-bersiap […]
[…] Tidak ada e-word untuk Bersiap […]
[…] Geen e-woord voor de Bersiap […]